Keywords schattingsbesluit Á wao Á geen benutbare mogelijkheden Á ernstige psychische stoornis CASUS Anke Evers is 47 jaar oud. Vanaf 1975 heeft zij een volledige AAW-uitkering (later Wajong) wegens ernstige psychische stoornissen. Bij haar werd de diagnose angst-en paniekstoornis vastgesteld met trekken van een borderline persoonlijkheidsstoornis, gepaard gaande met een sociale fobie. Ze is ook jarenlang alcoholiste geweest. Zij werd toentertijd door de ernst van haar beperkingen zelfs niet geschikt bevonden voor WSW-werk. Haar psychiater stelde de diagnose op een ernstige angststoornis, met als verbijzondering sociale fobie. De psychiater schatte in, dat zij psychisch zou decompenseren als zij een werkverplichting opgelegd zou krijgen.Zij ontvangt nu een uitnodiging voor een herbeoordeling, met een begeleidend schrijven, waarin wordt aangegeven dat er nieuwe regels gelden als gevolg van een wetswijziging.Zij vertelt de verzekeringsarts dat zij absoluut niet kan werken. Zij is altijd angstig, en nog steeds erg bang in haar alcoholverslaving terug te vallen, zeker als zij meer moet dan nu: zij kan het nu maar net bolwerken. Werken zou haar hele leven overhoop gooien. Haar hele leven wordt beheerst door angst. De anamnese vermeldt verder klachten met betrekking tot slapen, onthouden van zaken, snel huilen en geı¨rriteerd zijn. Zij heeft last van haar maag, is erg gevoelig voor koude en altijd moe. Haar angstklachten uiten zich in duizeligheid, trillen, gevoel van onwerkelijkheid en veel transpireren. Zij durft sinds een maand zelf boodschappen te doen, dicht bij huis. Zij woont sinds kort ook op zichzelf. De maatschappelijk werkster helpt haar om dagstructuur in haar leven aan te brengen. Uit het dagverhaal blijkt dat zij om 9.00 uur opstaat en dan eerst gaat eten, douchen en de krant lezen, en dan schoonmaakwerk in huis doet; na het middag eten gaat zij minstens een uur uitrusten op de bank en zij valt dan zeer regelmatig vanwege de vermoeidheid in slaap. Zij kan dit middagslaapje niet missen. Nadat zij is uitgerust gaat zij meestal 1 tot 1,5 uur computeren. Zij heeft van een kennis een computer gekregen, en dit geeft haar de rest van de dag wat afleiding. 's Avonds kijkt zij voornamelijk TV. Zij gaat alleen naar anderen toe, als zij samen met een vertrouwde bekende kan gaan: alleen durft zij dit absoluut niet.Zij komt op het spreekuur samen met haar ambulant woonbegeleider, en zoekt regelmatig steun en aanvulling. Zij vertelt alleen absoluut niet te hebben kunnen komen. Bij onderzoek maakt zij een redelijk verzorgde indruk. Ze is vriendelijk en coo¨peratief, maar komt in psychisch opzicht als kwetsbaar en zwak over. Haar lijdensdruk is in woord en in lichaamstaal echt en oprecht. Mogelijk dat ze hiaten heeft in haar kortetermijngeheugen, maar erg opvallen doen die niet. Haar denken, stemming en concentratie komen normaal over.Uit opgevraagde informatie blijkt, dat zij door haar langdurige alcoholmisbruik een levercirrose ontwikkeld heeft, die vorig jaar resulteerde in bloedende oesofagusvarices. Er bestond een l...
UitgangssituatieMevr. Kroon is 38 jaar oud. Zij is gezond, getrouwd en heeft twee kinderen: een zoon van 9 en een zoon van 6 jaar. De afgelopen jaren heeft zij in de avonduren en tijdens de schooluren via een uitzendbureau gewerkt als receptioniste in een bejaardenhuis en als gezinsverzorgster. Het werk beviel haar goed. Nu haar beide kinderen naar school gaan, wil ze werk met meer uitdaging gaan doen.Het is haar gelukt om een vaste baan te vinden voor 32 uur per week: de woensdagmiddag is zij vrij. Het is goed te combineren met de schooltijden en het is ook nog een leuke baan. Zij is aangenomen als medewerkster P&O bij een grote werkgever. Zij zal als casemanager worden ingezet en zieke werknemers begeleiden. Een hele uitdaging. Zij heeft een proeftijd van 2 maanden. Op haar werkdagen brengt ze de kinderen 's morgens naar school. De kinderen blijven dan over. 's Middags haalt zij de kinderen weer op van de naschoolse opvang.Na 5 weken werken slaat het noodlot toe. Ze fietst met de kinderen naar school. De jongste wordt aangereden door een auto en komt onder de wielen. De ambulance is er snel bij. Bewusteloos wordt hij naar het ziekenhuis gebracht waar hij enkele dagen in coma ligt en dan overlijdt.Haar wereld stort in. Zij kan niet meer werken en meldt zich ziek . Omdat zij nog in haar proeftijd is, wordt het contract door de werkgever per direct bee¨indigd en wordt zij als vangnetter ziek gemeld bij UWV. Conform de voorschriften wordt betrokkene opgeroepen voor het spreekuur van de verzekeringsarts.Betrokkene meldt daarop schriftelijk dat zij onder behandeling is van een psycholoog en op diens advies niet op het spreekuur zal verschijnen. Zij voegt een brief van de psycholoog bij, waarin deze de oorzaak van het ziekteverzuim beschrijft en aangeeft dat een bezoek aan het spreekuur van de verzekeringsarts de geestelijke gezondheid en het herstel van zijn clie¨nte zal schaden. In de brief staat geen verslag van het psychisch toestandsbeeld, en er worden geen bevindingen, geen diagnose, en evenmin een behandelplan genoemd.De verzekeringsarts besluit op basis van deze reactie akkoord te gaan met het niet verschijnen van betrokkene op het spreekuur en het ziekengeld wordt uitgekeerd. De verzekeringsarts besluit tevens een heronderzoek te plannen over 12 weken.Mevr. Kroon is 22 weken arbeidsongeschikt als zij weer wordt opgeroepen voor het spreekuur van de verzekeringsarts. Opnieuw komt er een brief waarin zij aangeeft dat zij niet zal komen. Als bijlage verstrekt zij wederom een schrijven van de psycholoog waarin deze aangeeft zijn clie¨nte dringend te hebben geadviseerd het spreekuur van de verzekeringsarts niet te bezoeken. Als reden geeft de psycholoog wederom aan, dat dit haar geestelijke gezondheid en het herstel zal schaden. In de brief wordt als diagnose een pathologische rouwreactie genoemd. De psycholoog beschrijft dat het ongeval en het haar aangedane onrecht haar gehele gedachtewereld en handelen beheerst, en dat middels wekelijkse psychotherapie in een gestructureerde setting gewerkt wordt aan een terugke...
UitgangssituatieDe heer Huiberts is 55 jaar. Tot drie jaar geleden werkte hij als magazijnmedewerker, maar hij werd om economische redenen ontslagen. Vanuit de WW meldde hij zich ziek, hij bleek een gedilateerde cardiomyopathie e.c.i. te hebben, NYHA klasse III-IV. Bij de WAO-beoordeling werd hij vanwege die cardiomyopathie beperkt geacht voor 'elke vorm van fysiek belastende arbeid'. De arbeidsdeskundige kon diverse theoretische functies duiden en dat resulteerde in een arbeidsongeschiktheidsklasse van 35-45%. In bezwaar werd dat bevestigd. De heer Huiberts ging in beroep. De rechter schakelde twee cardiologen in die tot tegengestelde adviezen kwamen. De eerste cardioloog vond dat meneer Huiberts helemaal niet kon werken, cardioloog twee vond dat de beperkingen die de verzekeringsarts had aangenomen correct waren. De heer Huiberts wacht nu op een oproep van een derde onafhankelijk cardioloog.Ondertussen bezoekt hij het spreekuur van de verzekeringsarts in het kader van de wettelijk verplichte eerstejaars herbeoordeling voor de WAO. Zijn mening is al meteen duidelijk: Hij vindt zich nog steeds volledig arbeidsongeschikt. Voor zijn gevoel kan hij helemaal niets. Bij de minste of geringste inspanning is hij meteen buiten adem. Bij het opstaan is hij al zo moe als een hond. Traplopen gaat langzaam: als hij snel de trap oploopt, staat hij 5 tot 6 minuten na te hijgen. Fietsen lukt maar een klein eindje, alleen een blokje om en als er geen wind is. Is er wel wind dan moet hij afstappen. Pijn op de borst ontstaat als hij ineengedoken zit en als hij zich inspant. Na 200 m lopen wil hij graag gaan zitten vanwege benauwdheid. Uit de hele anamnese blijkt een zeer lage inspanningstolerantie.De heer Huiberts meent dat zijn klachten onveranderd zijn. Van de cardioloog mag hij zelfs niet revalideren omdat dan het hart mogelijk te zwaar belast kan worden.Uit het dagverhaal blijkt dat de heer Huiberts om 09.00 uur opstaat en gaat douchen. Hij is dan zo moe dat hij eerst moet gaan zitten. Hij leest dan wat. Hij heeft 40 duiven (voorheen 100) en doet mee aan duivenwedstrijden. De verzorging van zijn duiven moet hij over de hele dag verdelen, en hij beperkt zich tot water en voer geven. Om de verzorging te vergemakkelijken heeft hij een speciale vloer laten aanleggen die slechts 2-3 keer per jaar schoongemaakt hoeft te worden. Dat doet zijn zoon. De heer Huiberts gaat op visite bij zijn vader die 150 m verder woont, drinkt koffie met zijn vrouw, gaat naar zijn zoon die een dierenspeciaalzaak anderhalve kilometer verderop heeft. De heer Huiberts doet daar ook wel wat hand-en spandiensten. Overdag gaat de heer Huiberts niet extra rusten. Als hij maar 'niets' doet dan komt hij de dag wel door.Het lichamelijk onderzoek is gezien de reeds bekende gegevens beperkt gehouden. De verzekeringsarts ziet een niet-zieke man, conform de kalenderleeftijd. Er is geen kortademigheid in rust. Hij imponeert wat traag in doen. Er zijn normale harttonen en er is een systolische souffle. Over de longen worden normale ademgeruisen gehoord, geen bijgeruis...
UitgangssituatieDhr. Cozijnsen bezoekt opnieuw het spreekuur. Hij is 4 jaar geleden uitgevallen voor zijn werk als logistiek medewerker als gevolg van ernstige lage-rugklachten. Twee jaar geleden is zijn uitkering van 80-100% verlaagd naar 25-35%. Hij werd geschikt geacht voor rugsparende arbeid. Hij is daarna een periode werkloos geweest en heeft een half jaar op contract gewerkt als taxichauffeur. Hij vervoerde zieken en gehandicapten in een rolstoelbus.Hij is hiervoor opnieuw uitgevallen met lage-rugklachten. In de vangnetperiode is hij diverse keren op het spreekuur gezien en stelde hij diverse keren dat zijn toegenomen klachten een gevolg waren van onjuist handelen van UWV. Hij nam een aantal malen een dreigende houding aan.Hij doet nu opnieuw een aanvraag voor een WAOuitkering. Hij vertelt aan collega Huijbregtse dat hij sterke rugklachten heeft; die de laatste twee jaar alleen maar zijn toegenomen. Hij is diverse malen bij specialisten geweest, maar er zijn geen ernstige afwijkingen gevonden. Hij blijft veel pijn onder in de rug houden en kan soms nauwelijks lopen door de pijn in de rug en in zijn linkerbeen. Hij heeft gevoelsverlies aan het linkerbeen, en zakt er soms plotsklaps doorheen. Hij kan hierdoor thuis maar af en toe wat helpen bij licht werk in de huishouding.Bij lichamelijk onderzoek vindt collega Huijbregtse dat hij langzaam en wat scheef loopt, en scheef op de stoel zit. Aan rug en benen vindt collega Huijbregtse verder bij onderzoek geen afwijkingen.Uit de specialistenbrieven, die de heer Cozijnsen bij zich heeft, blijkt dat er bij EMG-onderzoek geen aanwijzingen zijn voor een radiculair syndroom, en op de MRI een matig tot ernstige wervelkanaalstenose wordt gezien, doch geen HNP. Noch de neuroloog, noch de orthopeed vindt een bevredigende verklaring voor de klachten, en Cozijnsen kreeg amitriptyline voorgeschreven om de gestoorde nachtrust te verbeteren. De diagnose wordt gesteld op chronische aspecifieke, multicausaal bepaalde lage-rugklachten zonder structurele afwijkingen. Wel bestaat er een congenitale relatieve spinaal stenose, die echter de klachten niet verklaart.De heer Cozijnsen vertelt verder niet goed te slapen, en snel geı¨rriteerd en prikkelbaar te zijn. Ook dit is niet nieuw voor hem. Hij heeft vaak ruzie, vaak om kleinigheden. In het verleden heeft hij ook ruzie met zijn baas gehad, omdat deze vond dat hij te veel fouten maakte en omdat hij regelmatig te laat kwam.Hij voelt zich momenteel erg gespannen, kan slecht slapen en 'staat niet voor zichzelf in'. Hij is niet angstig; hij vermijdt liever grote drukte. Hij voelt zich niet somber, is wel snel boos. Hij gebruikt volgens zijn zeggen zes pilsjes per dag. Er is geen alcoholfoetor waarneembaar.Betrokkene is door de huisarts verwezen naar de RIAGG. Hij is daar op een intakegesprek geweest, maar na twee behandelgesprekken is hij ermee gestopt. Hij had er niets aan. Nu is hij niet onder behandeling, komt wel af en toe bij de huisarts. Hij gebruikt geen medicijnen.
UitgangssituatieDe heer Koselic is 42 jaar. Hij is geboren in Bosnie¨, en wegens de oorlogssituatie gevlucht uit zijn geboorteland. Hij is nu 9 jaar in Nederland en heeft een status als vluchteling. Hij werkt sinds 6 jaar als productiemedewerker.Hij is 9 maanden geleden uitgevallen met griep, en heeft sindsdien last van bronchitis met aanhoudende klachten van moeheid, benauwdheid, duizeligheid, misselijkheid, maagpijn en regelmatig hoofdpijn. Hij is voortdurend moe en slaapt matig.Hij heeft lage-rugpijn zonder uitstraling naar de benen. Bij belasting nemen de klachten toe.Pijnstillers maken de rug-en maagpijn enigszins dragelijk. Fysiotherapie had geen effect op de rugpijn.Clie¨nt voelt zich niet depressief. Zijn stemming is niet anders dan voor de uitval, al vindt hij het wel vaak moeilijk om thuis te zijn en niet te kunnen werken. Hij voelt zich nu soms minderwaardig, omdat hij niet werkt.Hij is verwezen naar een orthopeed, een internist en een psychiater: er werden geen afwijkingen gevonden. Er is geen verder onderzoek verricht. Clie¨nt wil dit wel graag, omdat hij meent een ernstige lichamelijke ziekte te hebben. Het is niet duidelijk in hoeverre hij het oordeel van de diverse specialisten en zijn huisarts begrepen en/of geaccepteerd heeft.Hij is gehuwd, en heeft drie kinderen (13, 9 en 5 jaar). In zijn huwelijk zijn wel wat kleine spanningen, maar volgens hem niet meer dan in andere huwelijken. De kinderen zijn volledig vernederlandst, en spreken perfect de Nederlandse taal.Hij heeft beperkte sociale contacten. Hij heeft wel contact met familie in Bosnie¨.Zijn werk als productiemedewerker beviel hem altijd goed. Het werk was niet te zwaar, en hij kon alle handelingen goed aan. De contacten met zijn collega's waren en zijn nog steeds goed. Met enige regelmaat komt e´e´n van de collega's nog bij hem op bezoek.Hij is moslim. In Bosnie¨is clie¨nt politiek vervolgd, maar niet gemarteld. Hij werd door zijn moslim zijn en politieke bemoeienissen ontslagen en kon geen nieuwe baan vinden. Verder heeft hij wel bedreigingen ontvangen gemunt op eigen persoon en familie. Bedreigingen die gelukkig niet ten uitvoer zijn gebracht, maar wel maakten dat hij besloot te vluchten. Hij heeft regelmatig heimwee naar Bosnie¨en de gehele culturele context. Doordat zijn gezin inmiddels geworteld is in Nederland, kan en wil hij eigenlijk ook niet meer terug. Er zijn door de verschillen in beleving en acculturatie regelmatig spanningen in zijn huwelijk, met de kinderen, en ook op zijn werk. Ook zijn taalbeheersing is maar matig, en hierdoor loopt hij vaak tegen onbegrip en problemen op. Hij kan dit maar moeilijk verteren. Het lukt hem maar moeilijk zich aan de Nederlandse maatschappij aan te passen. De heer Koselic loopt tegen zijn eigen grenzen aan, en vindt dit zeer frustrerend.Zijn dagverhaal: Hij verzorgt 's ochtends het ontbijt voor zichzelf en de kinderen en brengt ze naar school. Hij leest de krant, gaat soms wat wandelen en haalt de kinderen weer op. Hij doet weinig in het huishouden, maar deed dit voorheen ook niet. Hij kijkt ...
scite is a Brooklyn-based organization that helps researchers better discover and understand research articles through Smart Citations–citations that display the context of the citation and describe whether the article provides supporting or contrasting evidence. scite is used by students and researchers from around the world and is funded in part by the National Science Foundation and the National Institute on Drug Abuse of the National Institutes of Health.
customersupport@researchsolutions.com
10624 S. Eastern Ave., Ste. A-614
Henderson, NV 89052, USA
This site is protected by reCAPTCHA and the Google Privacy Policy and Terms of Service apply.
Copyright © 2024 scite LLC. All rights reserved.
Made with 💙 for researchers
Part of the Research Solutions Family.