Casus De heer De Groot is 34 jaar. Hij heeft na zijn havo, ook het vwo-diploma weten te behalen. Na de middelbare school is hij in de IT-branche terechtgekomen en al op 30-jarige leeftijd leidinggevende geworden in een groot bedrijf. Het is een drukke baan, meer dan fulltime, vaak in de avonden nog vergaderingen en in de weekenden zaken voorbereiden en stukken uitwerken. Hij is niet gehuwd, heeft een uitgebreid sociaal leven, veel hobby's en is ook nog sportief. Hij doet veel voor de plaatselijke voetbalclub, is trainer en coach van de F'jes.Twee jaar geleden bleven na een griepperiode klachten van hoofdpijn. Er ontstonden ook slaapproblemen en concentratieproblemen. Hij was sneller geı¨rriteerd en maakte steeds meer fouten in zijn werk. Hij meldde zich ziek. Een burn-out werd vastgesteld nadat lichamelijke oorzaken konden worden uitgesloten.Omdat de klachten toch lang aanhielden besloot de werkgever op advies van de bedrijfsarts de heer De Groot de gelegenheid te geven gebruik te maken van een psychologische adviesbureau, gespecialiseerd in de behandeling van burn-out. In de loop van deze behandeling en training bleek dat de heer De Groot eigenlijk geen affiniteit had met de ITbranche en er min of meer ingerold was. Zijn grootste wens was werken met mensen en bij voorkeur met kinderen. Hij had gemerkt dat hij goed met kinderen kon omgaan, hem dit veel ontspanning en een goed gevoel gaf. Na lang beraad besloot hij niet meer terug te keren in de IT-branche en te kiezen voor een omscholing. Testen volgden en als advies verscheen de omscholing tot orthopedagoog.Bij UWV werd een verzoek neergelegd tot betaling van deze scholing en omdat deze opleiding al snel zou starten besloot de heer De Groot, in afwachting van de goedkeuring, alvast te beginnen. Ondertussen was ook de WAO-aanvraag ingediend.De heer De Groot wordt hiervoor gezien op het spreekuur van de verzekeringsarts. De klachten zijn opgeklaard, de snellere vermoeidheid is nog wel aanwezig, maar zolang hij zijn grenzen in acht neemt, heeft hij er weinig last van. Zijn toekomstplannen worden eveneens besproken, uiteraard ook zijn wens om orthopedagoog te worden en de aanvraag die bij UWV ligt om dit te bekostigen.De heer De Groot geeft aan dat hij positief is gestemd inzake de betaling, gelet op de mogelijkheden die de wet biedt, vertelt dat hij vast gestart is met de opleiding en al een deel heeft betaald. Hij hoopt op een positieve beslissing, omdat hij niet de financie¨le middelen heeft om de gehele opleiding zelf te bekostigen.Hij heeft een goed gesprek met de verzekeringsarts. De verzekeringsarts vraagt nog naar mogelijke andere aandoeningen, medicijngebruik, enzovoort. De heer De Groot geeft aan dat hij geen medicijnen gebruikt, dat er nog wel gesprekken zijn bij een psycholoog, maar die zijn voor andere problemen die niets met werk te maken hebben. De verzekeringsarts vraagt hier wat op door en de heer De Groot blijkt bij zichzelf neigingen te hebben herkend een bijzondere voorliefde en gevoelens te hebben voor kinderen. Om te voorkomen dat hij hierdoor ...
CasusMevrouw De Jong is 36 jaar. Ze heeft drie kinderen in de leeftijd van 4, 6 en bijna 8 jaar. Voordat ze kinderen kreeg, was ze werkzaam als administratief medewerkster voor 36 uur per week. Na de geboorte van haar eerste kind zette zij haar contract om naar 20 uur per week.Sinds haar scheiding, twee jaar geleden, staat ze er alleen voor. Begin 2001 viel zij uit voor haar werk met moeheid en spanningsklachten. Er bleek sprake te zijn van een niet goed instelbare hoge bloeddruk met wisselende waarden tot 200/140 mmHg. Per einde wachttijd werd zij als volledig arbeidsongeschikt beschouwd.Thans is er sprake van een herbeoordeling. Belanghebbende vertelt nog steeds snel moe te zijn, en wisselend hoofdpijn te hebben. Op het spreekuur meet de verzekeringsarts een tensie van 200/130 mmHg. Aanvullende informatie van de internist leert dat nadere diagnostiek en adequate instelling slechts mogelijk is tijdens een opname van enkele weken.Mevrouw de Jong kan geen verzorging en oppas voor haar kinderen vinden, zodat zij hiervan tot op heden heeft afgezien. Zij verzorgt haar kinderen zelf, heeft geen speciale hulp voor het huishouden. Maar 's avonds is zij doodmoe. Overdag zou zij graag willen rusten, maar vanwege de zorg voor de kinderen en de huishouding komt het er niet van. Zij heeft geen tijd en energie voor sport, hobby's of andere activiteiten. DilemmaMag je herstelgedrag in de vorm van opname voor behandeling afdwingen zonder rekening te houden met de sociale implicaties?Handelingsalternatieven (opties)
UitgangssituatieDe heer A is 35 jaar oud. Hij is werkzaam als monteur van systeemplafonds. Hij werkt meestal in nieuwbouwprojecten (kantoren) of renovatieprojecten. Hij doet dit werk sedert 1-1-2002 op basis van een jaarcontract. Op 1-1-2003 is het contract met nog een jaar verlengd. Het werk dat betrokkene doet, is fysiek belastend. Er is sprake van regelmatig tilwerk, klimmen en veelvuldig bovenhandswerken. Daarbij moet hij ook veelvuldig reiken en schroefbewegingen maken, alsmede draaien, torderen met de romp.Betrokkene heeft zich ziek gemeld met klachten van een epicondylitis lateralis op 1 februari 2003. Uit de gegevens van het reı¨ntegratieverslag blijkt dat er diverse medische behandelingen zijn geweest en ook een mislukte poging tot reı¨ntegratie. Passend werk bleek niet beschikbaar, het is een klein bedrijf met vrijwel alleen dezelfde soort functies. Ook is duidelijk dat de werkgever niet van plan is het contract verder te verlengen.Het reı¨ntegratieverslag wordt akkoord bevonden en betrokkene verschijnt op het spreekuur van de verzekeringsarts voor de WAO-beoordeling.Betrokkene claimt zijn werk niet te kunnen doen in verband met heftige pijn aan de rechterelleboog en rechteronderarm die toeneemt als hij zijn rechterarm veel moet gebruiken. Hij is niet in staat de montagewerkzaamheden te doen. Hij legt een verband met het werk. De werkzaamheden moesten vaak onder grote tijdsdruk verricht worden met weinig personeel. Overwerk kwam vaak voor. De werkomstandigheden vond hij zwaar, hij heeft ook weinig steun ervaren bij de werkgever. Betrokkene geeft de werkgever ook de schuld van zijn klachten. De klachten zijn nu zo ernstig dat hij zich niet in staat voelt welke functie dan ook te verrichten.Betrokkene vertelt dat hij met zijn klachten naar de huisarts is geweest. Deze heeft hem naar de fysiotherapeut verwezen. Daarna heeft betrokkene weer een week gewerkt maar de klachten kwamen terug. De huisarts heeft hem drie keer een injectie gegeven maar daarmee werden de klachten eerder erger dan beter. Vervolgens werd hij naar de orthopeed gestuurd. Deze vond een operatie niet noodzakelijk en volgens betrokkene heeft hij geadviseerd het met rust te laten genezen.Betrokkene acht zich tot weinig in staat. Hij kan zijn rechterarm niet goed gebruiken, hij voelt zich sterk gehinderd bij de normale dagelijkse taken. Eten koken gaat moeilijk, ook schoonmaken en zelfs tandenpoetsen. Hij blijkt alleenstaand te zijn. Gevraagd wordt hoe hij een en ander thuis oplost. Familie en vrienden helpen hem bij het huishouden en hij koopt kant-en-klare maaltijden. De dag brengt hij voornamelijk door met televisie kijken en sociale contacten. Betrokkene vertelt dat zelfs het autorijden niet meer lukt.Een duidelijke toekomstvisie ten aanzien van arbeid heeft hij niet. 'Eerst maar beter worden'. Bij lichamelijk onderzoek geeft betrokkene lokale drukpijn aan en de specifieke weerstandstesten zijn pijnlijk. Er is geen atrofie, normale eeltontwikkeling aan de handen.De verzekeringsarts heeft twijfel over de geuite ernst van de klachten en de...
UitgangssituatieDe heer Bertoli is een 42-jarige man van Italiaanse afkomst. Hij werkte in Italie¨bij diverse werkgevers als chauffeur gedurende 5 jaar. Hij kwam vervolgens naar Nederland waar hij 2 jaar als schoonmaker werkte bij diverse bedrijven. Vanaf 1994 is hij werkzaam als productiemedewerker bij een cateringbedrijf voor 40 uur per week.De heer Bertoli is in het verleden een paar keer geopereerd aan de nieren. Hij valt in oktober 1997 uit met klachten passend bij maligne hypertensie. Betrokkene klaagt verder over maagpijn en zuurbranden, pijn in de nierloges en impotentie. Hij is bang te overlijden aan een hartkwaal net als zijn vader. Hij is volledig gepreoccupeerd met zijn lijden. Op het spreekuur maakt hij een depressieve indruk. Hij is onder behandeling bij internist en psychiater.In de ziektewetperiode hervat de heer Bertoli voor halve dagen. De verzekeringsarts vindt halve dagen bij de WAO-beoordeling maximaal. Hij vermeldt dat het belangrijk is dat de heer Bertoli aan de slag blijft, omdat hij weinig steun heeft van zijn achterban: zijn familie woont in Italie¨en hij is gescheiden. Betrokkene wordt 45-55% arbeidsongeschikt per oktober 1998.Ruim een jaar later wordt de heer Bertoli opnieuw ziek gemeld door zijn werkgever. Hij wordt weer opgeroepen voor het spreekuur: hij heeft een scala aan klachten: pijn in de nierstreek, de maag, hoofdpijn, algehele malaise.Verder heeft hij angsten, depressiviteit en slapeloosheid. Hij is onder behandeling bij een internist en een psychiater. Hij slaapt tot ongeveer 12.00 uur in de middag. Hij wandelt in de buurt, doet boodschappen en kookt. Hij heeft e´e´n goede vriend en diens echtgenote doet de was voor hem. Op het spreekuur maakt hij een matig verzorgde indruk, hij is redelijk aanspreekbaar, wordt labiel als de echtscheiding en omgangsregeling ter sprake komt. Hij maakt een angstige indruk, niet manifest psychotisch. De verzekeringsarts is van mening dat op basis van het dagverhaal het functioneren op meso-en macroniveau beperkt geacht moet worden, maar betrokkene is in staat zijn dag enigszins te structureren. Om dit te behouden is het van groot belang dat betrokkene externe structuur aangeboden krijgt in de vorm van werk. Er lijken dus mogelijkheden te zijn. De verzekeringsarts heeft twijfel, maar hij kiest voor het vastleggen van de belastbaarheid in een functionele mogelijkhedenlijst. Zorgvuldigheidshalve wil hij informatie opvragen bij de behandelende sector. Uit de informatie van de internist blijkt dat er sprake is van een moeilijk instelbare hypertensie bij matige nierinsufficie¨ntie na recidiverende refluxpyelonefritiden. Tensie laatste keer 160-100 mmHg en klaring 60 ml per minuut. Voorts spreekt de internist van een zeer pathologische hypochondrie. De psychiater reageert niet. Betrokkene wordt vervolgens door de verzekeringsarts belastbaar geacht voor halve dagen met beperkingen van psychische en fysieke aard. Hij concludeert dat betrokkene voldoende zelfredzaam is en dat geen sprake is van een uitzonderingssituatie zoals bedoeld in het Schattingsbes...
scite is a Brooklyn-based organization that helps researchers better discover and understand research articles through Smart Citations–citations that display the context of the citation and describe whether the article provides supporting or contrasting evidence. scite is used by students and researchers from around the world and is funded in part by the National Science Foundation and the National Institute on Drug Abuse of the National Institutes of Health.
customersupport@researchsolutions.com
10624 S. Eastern Ave., Ste. A-614
Henderson, NV 89052, USA
This site is protected by reCAPTCHA and the Google Privacy Policy and Terms of Service apply.
Copyright © 2024 scite LLC. All rights reserved.
Made with 💙 for researchers
Part of the Research Solutions Family.