Actualisatie normkosten natuur ten behoeve van kostenberekeningen

Abstract

In deze studie hebben we de normkosten voor grondverwerving en inrichting van natuur geactualiseerd. De grondverwervingskosten zijn de kosten voor het verwerven van over het algemeen landbouwgrond voor natuur. De gemiddelde agrarische grondprijs die hiervoor wordt betaald, is tussen 2012 en 2021 gestegen van € 46.900 naar € 69.400 per hectare, met grote verschillen tussen en binnen provincies. Als het dwingend instrumentarium wordt ingezet of als grond in der minne wordt verworven met volledige schadeloosstelling, liggen de kosten voor verwerving 30-40% hoger dan de agrarische grondprijs. Voor het inrichten van nieuwe natuur hebben we bestaande normkosten per hectare per natuurbeheertype geactualiseerd middels indexering met de inputprijsindex voor grond-, water-en wegenbouwprojecten (GWW). De directe inrichtingskosten liggen tussen de € 1.500 en ruim € 80.000 per hectare (exclusief btw), afhankelijk van het natuurbeheertype. Voor andere maatregelen, zoals structurele systeemherstelmaatregelen en hydrologische maatregelen, hebben we geen actuele normkosten kunnen achterhalen.Trefwoorden: normkosten; grondverwerving; inrichting; natuur; actualisatie; kostenberekeningen Update of the standard costs of nature conservation measures for use in cost calculationsThis study updates the standard costs for land acquisition and conversion to new nature. The land acquisition costs are the costs of acquiring mostly agricultural land for conversion to nature. Between 2012 and 2021, the average price paid for agricultural land rose from €46,900 to €69,400 per hectare, with large differences between and within the provinces. If coercive policy instruments are used or if land is acquired by mutual agreement with full compensation, the costs of acquisition are 30-40% higher than the agricultural land price. For conversion of acquired land to nature, we updated the existing standard costs per hectare per habitat type by indexing the costs using the input price index for land, water and road construction projects. The direct costs of conversion are from €1,500 to more than €80,000 per hectare (excl. VAT), depending on the intended habitat type. For other measures, such as structural system restoration and hydrological measures, we were unable to obtain any current standard costs.

Derde lerende evaluatie natuurpact: reflectie en projectie voortgang ontwikkelingsopgaven natuur : Lessen voor de Derde Lerende Evaluatie Natuurpact (LEN3)

“…Terwijl zelfrealisatie relatief goedkoop is (maximaal 85% grondwaarde), zijn deze 'moeilijkere' hectaren in toenemende mate verworven via duurdere instrumenten, zoals aankoop (100% grondwaarde) en schadeloosstelling (130%-140% grondwaarde; PBL & WUR, 2020). Bovendien bevinden deze 'moeilijkere' hectaren zich op duurdere locaties én zijn de agrarische grondprijzen over de periode 2012-2021 gestegen met 4,4%/jaar (Michels et al, 2022).…”

“…De jaarlijkse bestedingen aan inrichting zijn relatief constant over de periode 2013-2019, ondanks het achterblijven in inrichting van gronden vanaf 2017. In de beginperiode vond inrichting plaats van met name relatief 'goedkope' natuur, zoals voedselrijke en vogelgraslanden; naar verwachting zal de komende jaren, mede als gevolg van achterblijvende natuurkwaliteit, de focus verschuiven naar duurdere natuurtypes (Michels et al, 2022). Bovendien zijn de kosten voor inrichting van nieuwe natuur tussen 2009 en 2022 gestegen met 36% (naar bijna 18.000 €/ha), als gevolg van stijgende materiaal-, materieel-en loonkosten (zie Michels et al, 2022).…”

“…Kosten voor verwerving en inrichting van nieuwe natuur in Nederland zijn aan verandering onderhevig. In Nederland zijn de afgelopen tien jaar de kosten voor verwerving gemiddeld gestegen met bijna 50% en de kosten voor inrichting met gemiddeld bijna 40% (Michels et al, 2022). Aldus rijst de vraag of de beschikbare middelen voldoende zijn om de natuurdoelen te behalen.…”

“…• Normkosten voor verwerving en inrichting van nieuwe natuur in Nederland liggen onder de reële kosten, omdat deze geen proceskosten omvatten (zoals transactie-en samenhangende kosten; zie Michels et al, 2022). Ze kunnen dus als een (absolute) ondergrens voor verwervings-en inrichtingskosten worden gezien.…”