Organ donation after euthanasia involves patients whose request to undergo euthanasia has been granted and who voluntarily want to donate their organs after death. It requires patients to undergo euthanasia in the hospital, and organ donation is performed after circulatory death. The practice is controversial and currently only allowed in Belgium and the Netherlands. Even in these countries, it is rarely performed; as of August 2016, 43 patients undergoing euthanasia had donated organs. 1 Organ donation after euthanasia has been described in a practical manual, which addresses the medical, ethical, and legal aspects of performing euthanasia and donation after circulatory death. 2 Donation after euthanasia could potentially help ease the shortage of organs for transplantation. It is unknown how many of these patients would be medically suitable to donate organs. 3 We examined the number of patients undergoing euthanasia in Belgium who could potentially donate at least 1 organ.
Sinds 2012 kunnen in Nederland organen en weefsels na eu thanasie gedoneerd worden. Huisartsen doen het leeuwen deel van de euthanasiemeldingen; zij zijn ook bij uitstek in de positie om potentiële orgaandonoren te identificeren. Dat stelt hen geregeld voor de keuze of zij dit ingewikkel de traject, waarvan de uitkomst onzeker is, willen ingaan. Euthanasie en orgaandonatie blijven strikt gescheiden pro cedures en een euthanasiewens mag nooit voortkomen uit de wens een orgaan te doneren. Slechts 10% van de eutha nasiepatiënten is geschikt als orgaandonor en de donatie procedure is intensief; toch kan het zinvol zijn het gesprek hierover aan te gaan. In termen van overleving, levensverwachting en kwaliteit van leven heeft orgaantransplantatie grote voordelen boven orgaanfunctievervangende therapieën. [11][12][13] Er is echter een permanent tekort aan geschikte donororganen en men zoekt naar manieren om dit tekort te verminderen. [14][15][16] In 2016 waren er in Nederland 235 postmortale donoren en stonden er bijna 1100 mensen op de wachtlijst voor een donororgaan.17,18 Uit recent onderzoek blijkt dat ongeveer 10% van de patiënten na euthanasie medisch geschikt is voor orgaandonatie; dit kan het donoraanbod dus aanzienlijk vergroten. 19Deze nascholing beschrijft wat orgaandonatie na euthanasie zal betekenen voor huisartsen en biedt handvatten voor de praktijk. Het artikel bevat achtergrondinformatie en een stappenplan voor het initiëren van de procedure en het verstrekken van de juiste informatie. De maatschappelijke, ethische en juridische dilemma's omtrent euthanasie en orgaandonatie, hoe belangrijk ook, blijven buiten beschouwing. Informatie hierover kunt u vinden in de eerdergenoemde richtlijn en in twee recente publicaties. 9,20, 21 WENS TOT EUTHANASIE EN WENS TOT ORGAANDONATIEEen verzoek tot levensbeëindiging of hulp bij zelfdoding wordt alleen gehonoreerd indien voldaan is aan de zorgvuldigheidseisen zoals bepaald in artikel 2 van de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding.22 Als de patiënt tevens organen wenst te doneren dan kan dat, maar de twee procedures blijven strikt gescheiden. Eén van de kernaanbevelingen van de huidige richtlijn is dat de patiënt in de palliatieve fase zelf de wens tot orgaandonatie moet aangeven. Die wens kan ter tafel komen voor-of nadat de zorgvuldigheidseisen rond euthanasie zijn getoetst. Gebeurt het voordat de zorgvuldigheidseisen zijn getoetst, dan hoort de arts de patiënt te vertellen dat eerst aan die eisen moet zijn voldaan alvorens de donatieprocedure kan worden opgestart. Deel 1 van de richtlijn (p. 13-15) bevat patiënten-informatie over de procedure en de vereisten. 9 De arts, en later ook de SCEN-arts, zal moeten beoordelen of de wens tot euthanasie voortkomt uit de wens tot orgaandonatie. Bij een wens tot orgaandonatie is het zinvol als de arts het Donorregister raadpleegt om een eventuele eerder vastgelegde bezwaarregistratie ongedaan te kunnen maken en te vervan-
Achtergrond Voetklachten worden vaak behandeld met op maat gemaakte inlegzolen of voetortheses. Desondanks zijn effectonderzoeken schaars.Doel Het evalueren van het wetenschappelijke bewijs over effectiviteit van op maat gemaakte voetortheses (inclusief steunzolen) ter behandeling van verschillende soorten voetpijn.Methode De auteurs includeerden alle gecontroleerde klinische onderzoeken (al dan niet gerandomiseerd) over de behandeling van voetpijn, waarbij een vergelijking werd gemaakt tussen op maat gemaakte voetortheses (CMFO, Custom-made foot orthoses) en andere behandelingen van voetpijn, inclusief niet op maat gemaakte of confectievoetortheses. Gebruik van CMFO's als preventieve behandeling was een exclusiecriterium. De auteurs doorzochten MEDLINE, CINAHL, EMBASE, Cochrane Central Register of Controlled Trials (CENTRAL) en Physiotherapy Evidence Database (PEDro).Twee auteurs beoordeelden de onderzoeken onafhankelijk van elkaar en extraheerden de gegevens. Zo nodig schreven zij de auteurs van de geı¨ncludeerde onderzoeken aan. De resultaten van trials die voldoende klinische overeenkomsten hadden wat betreft populatie, interventie en uitkomstmaten vergeleken zij in een meta-analyse. Bij een lage heterogeniteit (I 2 < 25%) werd een fixed effects-model toegepast, anders een random effectsmodel.Resultaten De auteurs vonden 27 relevante trials, waarvan zij 11 onderzoeken uiteindelijk includeerden (n = 1332 patie¨nten, follow-up = 2 maanden tot 3 jaar). In alle onderzoeken was voetpijn de primaire uitkomstmaat, gemeten met verschillende pijnschalen. De onderzoeken verschilden in secundaire uitkomstmaten, zoals: functie, invaliditeit, aan gezondheid gerelateerde kwaliteit van leven, therapietevredenheid, bijwerkingen en therapietrouw. De review liet zien dat vergeleken met nepzooltjes, schoenadvies of geen interventies CMFO's effectief zijn voor de behandeling van een pijnlijke pes cavus (NNT = 5), achtervoetpijn bij reumatoı¨de artritis (NNT = 4), voetpijn bij juveniele idiopathische artritis (NNT = 3) en pijnlijke hallux valgus (NNT = 6).De auteurs gaven aan meestal geen significant verschil te vinden tussen CMFO's en andere behandelingen, zoals operatie of 'shock wave therapy'.Conclusies van de auteurs Behandeling van genoemde voetklachten helpt, maar een beargumenteerde keuze voor CMFO's bij voetpijn is lastig vanwege het gebrek aan wetenschappelijk bewijs. Echter, CMFO's is veilig en relatief goedkoop.Commentaar Deze review voldoet ten dele aan de behoefte aan meer wetenschappelijke onderbouwing van behandeling met medische hulpmiddelen. Door de gebrekkige classificatie van voetklachten, wisselende behandelingsindicaties en onderzoek met verschillende effectmaten blijft het wetenschappelijke bewijs echter mager. Er kunnen dus geen onderbouwde aanbevelingen worden gedaan voor een bepaald type behandeling. Bovendien is de variatie in de behandeling met CMFO's erg groot, wat de generaliseerbaarheid van de beschreven trials ter discussie stelt. Meer effectonderzoek is noodzakelijk om onderbouwde behandelingsadvie...
scite is a Brooklyn-based organization that helps researchers better discover and understand research articles through Smart Citations–citations that display the context of the citation and describe whether the article provides supporting or contrasting evidence. scite is used by students and researchers from around the world and is funded in part by the National Science Foundation and the National Institute on Drug Abuse of the National Institutes of Health.
hi@scite.ai
10624 S. Eastern Ave., Ste. A-614
Henderson, NV 89052, USA
Copyright © 2024 scite LLC. All rights reserved.
Made with 💙 for researchers
Part of the Research Solutions Family.