No abstract

No abstract

The so-called leaking STEM pipeline (dropout in STEM education) has been the subject of many studies. The large interest of scholars in plausible causes of this leakage has resulted in a number of meta-reviews describing factors at system, school and student level related to interest and persistence in STEM education. The STEM pipeline discussion has also resulted in a large number of programmes aimed at enhancing STEM interest and persistence in STEM education. Although these programmes have been widely evaluated, there seems to be no consensus about which interventions are successful in raising interest in STEM or persistence in STEM education. This study reports the results of a systematic review of empirical studies in which the effectiveness of STEM-related interventions are assessed. Initially, 538 studies were found. The quality analyses showed that only a few of these evaluation studies are designed in such a way that it is likely that the found effects are caused by the intervention. Although some potentially effective interventions were found, this review shows that there is still a need for research into the effectiveness of those programmes, especially with regard to programmes preventing talented and initially motivated STEM students to drop out of STEM education.

IEA’s International Computer and Information Literacy Study (ICILS) 2013 showed that in the majority of the participating countries, 14-year-old girls outperformed boys in computer and information literacy (CIL): results that seem to contrast with the common view of boys having better computer skills. This study used the ICILS data to explore whether the achievement test used in this study addressed specific dimensions of CIL and, if so, whether the performances of girls and boys on these subscales differ. We investigated the hypothesis that gender differences in performance on computer literacy items would be slightly in favour of boys, whereas gender differences in performance on information literacy items would be slightly in favour of girls. Furthermore, it was examined whether such differences varied across European countries and if item bias was present. Data was analysed using a confirmative factor analysis model, i.e. a multidimensional item response theory model, for the identification of the subscales, the explorations of gender and national differences, and possible item bias. To a large extent the results support our postulated hypothesis and shed new light on the commonly assumed disadvantaged position of girls and women in modern information society.

No abstract

Overname van gegevens uit deze publicatie is niet toegestaan, tenzij de bron wordt vermeld. Beginnende geletterdheid vóór groep 3, volgens de schoolleider, 119 in percentages 8. 4 Beginnende geletterdheid vóór groep 3, door de ouders, in percentages 119 8.5 Inhoudsopgave Overzicht van figuren en tabellen iiiBeginnende gecijferdheid voor groep 3, volgens de schoolleider, 120 in percentages 8. 6 Beginnende gecijferdheid, door de ouders, in percentages 120 8.7Ouderbetrokkenheid, door de ouders, in percentages 121 8.8Ouderbetrokkenheid, door de leerlingen, in percentages 122 8.9Mening over school van kind, door de ouders, in percentages 123 8.10 Verwachtingen opleidingsniveau kind, door de ouders, in percentages 123 8.11 Attitude t.o.v. lezen, door de ouders, in percentages 125 9.1 Mate waarin de schoolleiders gebreken of onvolkomenheden in de 128 infrastructuur belemmerend vinden voor het onderwijs, in percentages 9.2Mate waarin de leerkrachten gebreken of problemen ten aanzien van hun 129 werkcondities belemmerend vinden voor het onderwijs, in percentages 9.3 Activiteiten schoolleider, volgens de schoolleider, in percentages 130 9. 4 Wijze van evaluatie instructiepraktijken docenten 131 9.5Ouderbetrokkenheid volgens de schoolleider, in percentages 132 9.6Leerklimaat volgens de leerlingen in gemiddelden en standaarddeviaties 133 9.7Veiligheid op school volgens de leerlingen, in percentages 133 9.8Ernst probleemgedrag volgens schoolleiders, in gemiddelden en 134 standaarddeviaties viii PIRLS-en TIMSS-2011 9.9Veiligheid op de school volgens de leerkrachten, in gemiddelden en 134 standaarddeviaties 9.10 Oordeel van de leerkrachten groep 6 en schoolleiders over het leerklimaat 135 op hun school, in gemiddelden en standaarddeviaties 9.11 Tevredenheid van de docent over zijn beroep in gemiddelden en standaard-135 deviatie 10.1 Significante ranglijstpositie Nederland in PIRLS (2001-2011) en 138 TIMSS (1995-2011 Voorwoord Voor u ligt het verslag van het Nederlandse aandeel in Progress in International ReadingLiteracy Study (PIRLS-2011) en Trends in International Mathematics and Science Study (TIMSS-2011). PIRLS werd voor het eerst uitgevoerd in 2001 en TIMSS in 1995. In 2011 is het voor het eerst in de geschiedenis dat zowel PIRLS als TIMSS in hetzelfde jaar plaatsvinden. Dit heeft geleid tot een gezamenlijk Nederlands rapport, waarin zowel de leesresultaten als de resultaten op het gebied van rekenen en natuuronderwijs gepresenteerd worden.PIRLS en TIMSS worden uitgevoerd onder auspiciën van IEA, de International Association for the Evaluation of Educational Achievement. De IEA is een internationale onafhankelijke organisatie die internationaal vergelijkende studies naar opbrengsten en contexten van onderwijs verricht. De Programmaraad voor het Onderwijsonderzoek (PROO) van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) heeft het Nederlandse aandeel in deze studies gesubsidieerd.Aan PIRLS en TIMSS hebben in Nederland vele mensen een bijdrage geleverd. In de eerste plaats zou dit rapport niet...

Using data from the Trends in International Mathematics and Science Study (TIMSS) 2015 assessment of fourth-grade students in 32 countries, a series of mean comparisons and regression analyses were conducted to determine (1) the gender gap in students' selfconcept in mathematics; (2) to what extent student achievement, student gender, and parental characteristics (early numeracy activities, attitudes, expectations, and education) are related to students' self-concept; and (3) to what extent the effect of achievement and parental characteristics on mathematics self-concept differs between male and female students. Results from this study indicate that gender differences in students' self-concept in mathematics are significant in most countries, usually in favour of boys as early as in fourth grade. The differences largely remain the same when the data analysis controls for effects of student achievement and parental involvement.

No abstract