kent sinds 1990 het klinisch lijnonderwijs (KLO). Hierin wordt op probleemgestuurde wijze klinisch redeneren geoefend met behulp van casuïstiek. Onlangs is het KLO geëvalueerd en is aan de hand van de gesignaleerde problemen een docententraining georganiseerd met als belangrijkste doel het oefenen in het schrijven van onderwijsmateriaal (casuïstiek) voor het KLO. Na deze training zijn docenten zelf het onderwijsmateriaal gaan (her)schrijven met begeleiding van een projectgroep. Inmiddels zijn de meeste casus voor het KLO aangepast en is er een permanente redactiecommissie KLO ingesteld, die de kwaliteit van het onderwijsmateriaal bewaakt. In dit artikel wordt de docententraining beschreven, evenals de uitkomsten daarvan met betrekking tot het vernieuwde onderwijsmateriaal.
Het onderwijzen van basisvakken is waardevol omdat deze kennis nodig is bij het verklaren van klinische fenomenen. Er is evenwel meer nodig om deze kennis om te kunnen zetten tot klinisch bruikbare kennis. 1 De laatste jaren wordt aan de Nederlandse medische faculteiten in het curriculum in toenemende mate aandacht besteed aan het klinisch redeneren, naast biomedische kennis, attitude en medisch praktische vaardigheden. In Raamplan 1994 en Raamplan 2001 komt het klinisch redeneren aan de orde bij de beschrijving van de algemene eindtermen, waarin onder andere aangegeven wordt langs welke weg het medisch probleemoplossen plaatsvindt. 2 3 In dit artikel wordt aan de hand van een omschrijving van wat verstaan wordt onder (onderwijs in) klinisch redeneren een overzicht gegeven van de huidige stand van zaken betreffende het onderwijs in klinisch redeneren aan de acht Nederlandse medische faculteiten in Uit de onderwijspraktijk
scite is a Brooklyn-based organization that helps researchers better discover and understand research articles through Smart Citations–citations that display the context of the citation and describe whether the article provides supporting or contrasting evidence. scite is used by students and researchers from around the world and is funded in part by the National Science Foundation and the National Institute on Drug Abuse of the National Institutes of Health.