In een vor,ige mededeelin'g (1) ~erden proeven be.schreven., waarbij..bet doel, was nate gaan, hoe snell de aan een bepaat.de voedingsvloeistof toegevoegde glucose na de enting met een diphtheriecultuur verdween, zuIks in. samen;hang met de verandering van den zu:urgraad (pH) en, ~h.et verloop van de toxinevorming. Tevens merci betoogd, dat slechts een uitgebreid quantitatief or~derzoek, ~n verband met de toxinevorming, zou kunnen leiden tot een beter inzicht in. dit proces.Fuiita en Kodama (2) ,hebben. l.'angs manometrisclaen weg getracht een inzicht te krijgen in her verband tu.sschen gisting en ademhaling door diphtheriebacteri~n. Hierbij, treedt een duidelijk Pasteur-effect op. Ook bij, cwermaat zuurstof (aerobe g~ucoseontleding) treedi echter in sterke mate een anaerobe gisting o,I). AI, .hun proeven werden uitgevoe~d .met suspensies van dirrhtherieba.cterii~n, welke in hoofdzaa~k on.derzocoht werden in bicarbcmaatho~udende phosphaatbuffers, waarin dus een cervermeerdering practise, uitgesloten ~r Bij~ enkele proeven werd, tevens een, de celvermeerd.ering in .de :hand werkende, v,l,oeistof (bouillon of synthetisch medium) toegevoegd, waardoor zooweI de ademing als de 'gisting i,n sterke mate toenamen (tot 100%). Als ontledingsproducten tier glucose onder anaerobe voorwaarden werden qu,a,litatief aangetoond: mierenzuur, azij,nzu.ur, metkzu,ur en barnsteerrzuur. Alto'hot, koc~l~zuur en propionzu,ur werden ,door hen niet gevon, den. Over de wijtze, waarop ,de glucose in deze onfledingsproducten ges,plitst wo,rdt, t) Voordracht, gehouden op de Vergadering van de Nederlandsche Vereeniging voor Microbiologie te Amsterdam op 13 November 1937. Nadat at,dus .de vorming van de bovenstaande ontledingsproducten qualitatief aangetoond was, werd o-vergegaan tot een ') ,De micro~hemische reacties werden uitgevoerd door den Heer O. van Wijngaarden Hzn., wien wU ook te dezer plaatse gaarne onzen dank betuigen. Zie verder Behrens-Kley (4).