Search citation statements
Paper Sections
Citation Types
Year Published
Publication Types
Relationship
Authors
Journals
Samenvating Het verhoogd voorkomen van angststoornissen in sommige families wijst op een overdracht ervan van ouders op kinderen. Er wordt een overzicht gegeven van deze overdracht. Genetische factoren blijken een significante bijdrage te leveren. Zij zijn echter weinig specifiek. Of er werkelijk een angststoornis zal ontstaan, hangt ook samen met omgevingsfactoren. Beschreven wordt hoe genetische en omgevingsfactoren elkaar wederzijds beı¨nvloeden en welke implicaties dit heeft voor het praktisch handelen.Angststoornissen komen in bepaalde families veel meer voor dan in andere (Merikangas, Avenevoli, Dierker, & Grillon, 1999). Kennelijk dragen sommige ouders dergelijke problemen over op hun kinderen. De vraag is in hoeverre zij dit doen via hun genen, dan wel via de manier waarop zij met hun kinderen omgaan. Het onderzoek naar de relatie tussen gen en omgeving is ingewikkeld, omdat deze factoren met elkaar correleren en interacteren (Ketelaars & Sinke, 2001). In dit artikel zullen wij eerst een overzicht geven van genetisch onderzoek naar angststoornissen bij kinderen. Daarna behandelen wij het onderzoek dat is gedaan naar omgevingsfactoren, zoals de opvoedingsstijl van ouders. Wij zullen vervolgens de resultaten van deze beide soorten onderzoek bespreken in het licht van gen-omgevingscorrelaties en gen-omgevingsinteracties. Ten slotte gaan wij in op de betekenis die het besproken onderzoek heeft voor de behandeling van kinderen met angststoornissen. FamilieonderzoekEr zijn twee manieren waarop de mate van voorkomen van angststoornissen in families wordt bestudeerd. In het eerste geval wordt uitgegaan van volwassenen met een angststoornis en wordt nagegaan in hoeverre bij hun kinderen van dergelijke problemen sprake is, de zogenaamde 'top-down' benadering. In het tweede geval worden de ouders en andere familieleden (met name broers en zussen) van een kind met een angststoornis onderzocht -de 'bottom-up' benadering. Top-down onderzoekenOnderzoek bij ouders met een angststoornis laat zien dat hun kinderen een gemiddeld drie keer grotere kans hebben een angststoornis te ontwikkelen dan het geval is in de algemene bevolking
Samenvating Het verhoogd voorkomen van angststoornissen in sommige families wijst op een overdracht ervan van ouders op kinderen. Er wordt een overzicht gegeven van deze overdracht. Genetische factoren blijken een significante bijdrage te leveren. Zij zijn echter weinig specifiek. Of er werkelijk een angststoornis zal ontstaan, hangt ook samen met omgevingsfactoren. Beschreven wordt hoe genetische en omgevingsfactoren elkaar wederzijds beı¨nvloeden en welke implicaties dit heeft voor het praktisch handelen.Angststoornissen komen in bepaalde families veel meer voor dan in andere (Merikangas, Avenevoli, Dierker, & Grillon, 1999). Kennelijk dragen sommige ouders dergelijke problemen over op hun kinderen. De vraag is in hoeverre zij dit doen via hun genen, dan wel via de manier waarop zij met hun kinderen omgaan. Het onderzoek naar de relatie tussen gen en omgeving is ingewikkeld, omdat deze factoren met elkaar correleren en interacteren (Ketelaars & Sinke, 2001). In dit artikel zullen wij eerst een overzicht geven van genetisch onderzoek naar angststoornissen bij kinderen. Daarna behandelen wij het onderzoek dat is gedaan naar omgevingsfactoren, zoals de opvoedingsstijl van ouders. Wij zullen vervolgens de resultaten van deze beide soorten onderzoek bespreken in het licht van gen-omgevingscorrelaties en gen-omgevingsinteracties. Ten slotte gaan wij in op de betekenis die het besproken onderzoek heeft voor de behandeling van kinderen met angststoornissen. FamilieonderzoekEr zijn twee manieren waarop de mate van voorkomen van angststoornissen in families wordt bestudeerd. In het eerste geval wordt uitgegaan van volwassenen met een angststoornis en wordt nagegaan in hoeverre bij hun kinderen van dergelijke problemen sprake is, de zogenaamde 'top-down' benadering. In het tweede geval worden de ouders en andere familieleden (met name broers en zussen) van een kind met een angststoornis onderzocht -de 'bottom-up' benadering. Top-down onderzoekenOnderzoek bij ouders met een angststoornis laat zien dat hun kinderen een gemiddeld drie keer grotere kans hebben een angststoornis te ontwikkelen dan het geval is in de algemene bevolking
Samenvatting De huidige stand van zaken omtrent selectief mutisme wordt beschreven. Uit het grote aantal publicaties blijkt dat er evenveel uiteenlopende verklaringen als behandelvormen zijn. Recente onderzoeken wijzen echter steeds meer op het verband tussen selectief mutisme en angststoornissen bij kinderen. Deze ontwikkeling biedt de mogelijkheid om in de behandeling van selectief mutisme aan te sluiten bij die behandelingsstrategiee¨n die effectief zijn gebleken bij angststoornissen. Dit wordt toegelicht aan de hand van de overwegingen en uitgangspunten die aan een door de auteurs ontwikkeld behandelprotocol ten grondslag liggen.Keywords selective mutism Á childhood anxiety disorders Á treatment protocol Soms worden we in de klinische praktijk geconfronteerd met een kind dat hardnekkig zwijgt in sommige sociale situaties, terwijl het vrijuit spreekt in andere situaties. Sinds de eerste beschrijving van dit klinische fenomeen in 1877 door Kussmaul is een groot aantal publicaties verschenen met evenveel uiteenlopende verklaringen als behandelvormen. In veel van de oudere literatuur ging het om gevalsbeschrijvingen. Hoe boeiend deze ook waren, algemene uitspraken over mogelijke oorzaken van dit hardnekkige zwijgen en welke vorm van behandeling geı¨ndiceerd is konden nauwelijks worden gedaan.Pas in het laatste decennium verschenen meer systematisch opgezette onderzoeken op zoek naar een bevredigend antwoord op de vraag hoe dit zwijgen in bepaalde situaties het beste verklaard kan worden. Het doel van dit artikel is tweeledig. Allereerst willen we een overzicht geven van de stand van zaken ten aanzien van mogelijke verklaringen en behandelvormen. In het tweede deel zullen we de uitgangspunten en overwegingen beschrijven die aan ons behandelprotocol ten grondslag liggen.
scite is a Brooklyn-based organization that helps researchers better discover and understand research articles through Smart Citations–citations that display the context of the citation and describe whether the article provides supporting or contrasting evidence. scite is used by students and researchers from around the world and is funded in part by the National Science Foundation and the National Institute on Drug Abuse of the National Institutes of Health.
customersupport@researchsolutions.com
10624 S. Eastern Ave., Ste. A-614
Henderson, NV 89052, USA
Copyright © 2024 scite LLC. All rights reserved.
Made with 💙 for researchers
Part of the Research Solutions Family.