Extensification of dairy farming and floristic richness of peat grassland.

Abstract

A comparative study of floristic richness of 125 permanent peat grasslands was made in 1983-84 across Zuid-Holland and Utrecht provinces. Three different parameters of floristic richness were used: the number of species, the number of those species that contribute to the conservational value (quality indicating species) and a 'nature value' index that combines species richness with rarity of species. N supply (0-600 kg N/ha per year) was the most important factor determining number of quality-indicating species. Additional factors were peat mud dressing and soil type. Utilization of grassland (whether frequently cut or continuously grazed), ground water table level, pH, P and K contents of the topsoil and type of animal manure had no effect on floristic richness. At levels below 200 kg N/ha per year, a considerable number of species of conservational value (e.g. Lychnis flos-cuculi and Carex nigra) became abundant. The significance of the results for nature conservation with regard to current agricultural practice is discussed. (Abstract retrieved from CAB Abstracts by CABI’s permission)

Indicatiewaarden voor voedselrijkdom van de bodem : Een vergelijking tussen drie indicatiesystemen

“…Voor deze rapportage hebben we de hand kunnen leggen op drie datasets. Eén dataset betreft een bemestingsexperiment in Polen, waarover gepubliceerd is door Van Dobben et al in 2017, één dataset met gegevens over mestgiften in graslanden op veen in Zuid-Holland en Utrecht (Van Strien et al 1988) en als derde dataset 127 vegetatieopnamen met biomassabepaling geselecteerd uit de Ecological Condition Database (https://www.givd.info/ID/EU-00-006).…”

“…Van Strien (Van Strien et al, 1988) heeft in 1983 en 1984 op verschillende locaties vegetatieopnamen gemaakt in graslanden op veen in de provincies Zuid-Holland en Utrecht. Van deze graslanden was bekend welke mestgift (kunstmest in de vorm van clacium ammonium nitraat, drijfmest en stalmest) in kg N/ha/jaar in de loop van de tijd was toegepast.…”

“…In relatie tot biomassa lijkt er een sterke correlatie te bestaan met ITERATIO, Ellenberg en WW-NO3. Gelet op het mestgiftonderzoekvan Van Strien et al (1988) lijkt er een middelmatige correlatie te bestaan met ITERATIO en Ellenberg en met WW-NO3 nauwelijks. De beschikbaarheid van geschikte datasets is echter zeer beperkt en omvat alleen graslanden, zodat de resultaten van dit onderdeel met enige terughoudendheid geïnterpreteerd moeten worden.…”