• 1 Introductie Voorzover ons bekend, is L.A. te Winkel (1810-1868) de eerste geweest die voorstelde om het Nederlandse tempussysteem te beschrijven in termen van drie binaire opposities:(1) a. Heden (PRES) vs. Verleden (PAST) b. Synchroon (SYN) vs. Posterieur (POST) c. Imperfect (IMP) vs. Perfect (PERF)Te Winkel (1866) hanteert niet de primaire driedeling Verleden-Heden-Toekomst die gebruikelijk is geworden in de taaltheoretische en logisch-semantische traditie gebaseerd op Reichenbach (1947) en die in zijn tijd ook al bestond in gebruiksgrammatica's en in * Henk Verkuyl is als emeritus hoogleraar verbonden aan de Universiteit Utrecht (email: H.J.Verkuyl@uu.nl).Hans Broekhuis is als onderzoeker verbonden aan het Meertens instituut te Amsterdam (hans.broekhuis@ meertens.knaw.nl). We willen de gastredactie en de beoordelaars van dit artikel bedanken voor hun commentaar dat ons in staat heeft gesteld onze presentatie op verschillende punten te verhelderen. Verkuyl (2008). In deze formalisering worden elementen die systematisch bijdragen aan het tempussysteem uitgedrukt door de operatoren die in (1) per oppositie staan vermeld. Voor elk van de zes operatoren geldt dat hij staat vóór een tempusloze zin die we hier steeds met p aanduiden. De eerste oppositie is uitzonderlijk in die zin dat door de toepassing van PRES of PAST op een tempusloze p altijd een zin met een persoonsvorm ontstaat. Dat geldt voor de vier andere niet. We illustreren de werking van het systeem van operatoren met enkele voorbeelden.Als p staat voor de tempusloze zin Marie wandelen, staat PERF(p) voor de tempusloze zin Marie hebben gewandeld en IMP(p) voor Marie wandelen. Daarmee zijn beide geschikt als input voor de operatoren uit oppositie (1b). Volgen we Te Winkel in de tweede oppositie, dan wordt de tempusloze zin Marie zullen wandelen uitgedrukt als POST(IMP(p)), terwijl SYN(PERF(p)) zou staan voor Marie hebben gewandeld. Dit houdt in dat een zin als
Marie zal hebben gewandeld binair te representeren is als PRES(POST(PERF(p))), Marie zou wandelen als PAST(POST(IMP(p))) en Marie heeft gewandeld als PRES(SYN(PERF(p))).Daarmee wordt de persoonsvorm zal principieel op dezelfde wijze behandeld als de persoonsvorm wandelt in Marie wandelt: zal wordt opgevat als gevormd uit PRES+zullen en wandelt als gevormd uit PRES+wandelen.Te Winkels tweedeling is principieel anders dan de conceptueel zo voor de hand liggende driedeling. Niet alleen moeten door de toepassing van POST zowel Heden als Verleden een toekomst bevatten en zulks op analoge wijze, maar ook dwingt zijn systeem een andere analyse van het begrip 'Heden' af, en daarmee van het begrip 'Verleden'. In ternaire taalkundige analyses valt het begrip 'Heden'-net als in de natuurkundesamen met een voortdurend schuivend moment van een punt, vóór hetwelk het verleden zich bevindt en na hetwelk de toekomst zich voordoet. Dit bewegende Heden wordt in het algemeen dan gezien als het punt van spreken S, maar het is dan ook meteen duidelijk dat men iets wegmoffelt. Een ondeelbaar Nu-punt valt immers niet...