In the literature concerning the sacroiliac joint (SIJ) there are numerous specific tests used to detect joint mobility or pain provocation. In this article the authors have reviewed 11 studies which investigated the reliability of these tests. The methodological quality of the studies was tested by a list of criteria developed by the authors. This list consisted of three categories: (1) study population, (2) test procedures and (3) test results. To each criterion a weighting was attached. The methodological score for nine out of the 11 studies was found to be acceptable. The results of this review, however, could not demonstrate reliable outcomes and therefore no evidence on which to base acceptance of mobility tests of the SIJ into daily clinical practice. There are no indications that 'upgrading' of methodological quality would have improved the final conclusions. With respect to pain provocation tests, the findings did not show the same trend. Two studies demonstrated reliable results using the Gaenslen test and the Thigh thrust test. One study showed acceptable reliability for five other pain provocation tests; however, since other authors have described contradictory results, there is a necessity for further research in this area with an emphasis on multiple test scores and pain provocation tests of the SIJ.
In de literatuur worden veel tests beschreven die zijn ontworpen om pijn te provoceren of gewrichtsmobiliteit in het sacro-iliacale gewricht (SIG) op te sporen. In deel 1 van dit overzicht verklaarden de auteurs echter dat er maar weinig bewijs is voor betrouwbaarheid van deze tests. In dit artikel beschrijven de auteurs het methodologisch overzicht van elf studies met als onderwerp de validiteit van SIG-tests. De methodologische kwaliteit van de studies werd getest aan de hand van een lijst criteria die bestond uit drie categoriee¨n: 1 onderzoeksgroep, 2 testprocedure en 3 testresultaten. Voor elk criterium werd bepaald hoe zwaar het meetelde. De methodologische score bij de onderzochte studies was in het algemeen teleurstellend en leek in slechts twee van de elf studies (58 en 64 punten) veelbelovend. Vier auteurs beoordeelden de onderzoeken die zij bestudeerden positief op het gebied van validiteit, maar andere auteurs bevestigden deze resultaten niet. De conclusie van het onderhavige methodologische overzicht is dat er geen bewijs is om het opnemen van mobiliteitstests en pijnprovocatietests voor het SIG in de dagelijkse klinische praktijk te ondersteunen.Drie grote problemen bij het valideren van SIG-dysfunctietests zijn gevonden. Ten eerste is er sprake van slechte betrouwbaarheid van SIG-dysfunctietests, hetgeen kan worden verbeterd door samengestelde testscores. Ten tweede moet de methodologische kwaliteit van validiteitsonderzoek op een veel hoger plan worden gebracht met speciale aandacht voor sensitiviteit, specificiteit, betrouwbaarheidsintervallen en waarden voor waarschijnlijkheidsratio's. Ten slotte bestaat er behoefte aan het juiste gebruik van een gouden standaard bij het bepalen van de validiteit van SIG-tests. BeschouwingIn het onderhavige overzicht beoordeelden de auteurs de methodologische kwaliteit van elf studies waarin de oorspronkelijke auteurs de validiteit van beweeglijkheids-en pijnprovocatietests voor het SIG hadden bepaald.Een van de grote problemen bij het trachten pijnprovocatie-en beweeglijkheidtests van dysfunctie van het SIG te valideren is de afwezigheid van morfologische gegevens zoals geleverd door bijvoorbeeld ro¨ntgenfoto's of laboratoriumresultaten. Het accepteren van een blok (regionale geleidingsanesthesie) als gouden standaard is twijfelachtig, zoals gesteld door Laslett (1988) en Tanner (1977. Ten eerste lijkt het blokarthrogram intRA-articulaire bronnen voor pijn te onderzoeken en niet het totale SIG-complex met inbegrip van de ligamenten. Ten tweede bestaat er geen absolute zekerheid over de mogelijke invloed van het blok op alle delen van het gewrichtskapsel.Een ander discussiepunt dat rechtstreeks verband houdt met deze gouden standaard is het gebruik van de visueel-analoge schaal (VAS) en dan in het bijzonder het punt op de schaal waarop wordt bepaald of een blokprocedure al of niet geslaagd is. Bijvoorbeeld: Dreyfuss et P. van der Wurff (*) Afdeling fysiotherapie, Militair revalidatiecentrum Aardenburg, Doorn, Nederland Stimulus
scite is a Brooklyn-based organization that helps researchers better discover and understand research articles through Smart Citations–citations that display the context of the citation and describe whether the article provides supporting or contrasting evidence. scite is used by students and researchers from around the world and is funded in part by the National Science Foundation and the National Institute on Drug Abuse of the National Institutes of Health.
hi@scite.ai
334 Leonard St
Brooklyn, NY 11211
Copyright © 2024 scite LLC. All rights reserved.
Made with 💙 for researchers
Part of the Research Solutions Family.