Using frailty as the criterion to select older persons at risk for interventions may be better than selecting persons based only on their chronological age.
This paper presents the results of two studies carried out in order to design and test a self-report instrument to measure Self-Management Ability (the SMAS-30) in aging individuals. SMA refers to the core behavioral and cognitive abilities which presumably contribute to sustainable well-being in later life. Robust findings of the studies (n=275 and n=1338) showed that SMA could be measured reliably as a composite concept of abilities systematically linked to dimensions of well-being in adults aged 65 and over, with the different sub-scales revealing a profile of inter-related abilities. A sub-sample of participants in Study 2 (n=86) showed that the SMAS-30 had high reproducibility over a period of 16 weeks. The validity of the SMAS-30 was supported by meaningful associations with other constructs in both studies. As expected, the older and frailer the people, and the poorer their perceived health, the lower their SMA. Moreover, SMA was positively related to several dimensions of subjective well-being and the related concepts of general selfefficacy and mastery.
The present study investigated emotional intelligence (EI) in borderline personality disorder (BPD). It was hypothesized that patients with BPD (n = 61) compared with patients with other personality disorders (PDs; n = 69) and nonpatients (n = 248) would show higher scores on the ability to perceive emotions and impairments in the ability to regulate emotions. EI was assessed with the Mayer-Salovey-Caruso Emotional Intelligence Test (Mayer, Salovey, and Caruso [New York: MHS, 2002]). As compared with the PD group and the nonpatient group, the patients with BPD displayed the anticipated deficits in their ability to understand, whereas no differences emerged with respect to their ability to perceive, use, and regulate emotions. In addition, a negative relationship was found between the severity of BPD and total EI score. However, this relationship disappeared when intelligence quotient was partialled out. These results suggest that BPD is associated with emotion understanding deficits, whereas temporary severity of BPD is associated with emotion regulation deficits.
Fragiliteit komt bij ouderen veel voor. Het gaat hierbij om problemen in a´lle domeinen van functioneren, die leiden tot een beperkte reservecapaciteit om tegenslagen op te vangen. Een belangrijk negatief gevolg van fragiliteit is afname van welbevinden. Zelfmanagementvaardigheden zijn vaardigheden die mensen gebruiken om zelf de regie over hun leven in het algemeen, en hun welbevinden in het bijzonder, te houden. Door het verbeteren van zelfmanagementvaardigheden kunnen fragiele ouderen op een effectievere manier achter hun welbevinden aangaan. Uit mijn onderzoek is gebleken dat bij een deel van de fragiele ouderen deze vaardigheden te verbeteren zijn. Hulpverleners hebben hiervoor enerzijds kennis en vaardigheden nodig omtrent fragiliteit bij ouderen e´n de consequenties die dit heeft voor de dagelijkse situatie van de fragiele ouderen. Anderzijds hebben zij goede gespreksvaardigheden nodig. Goede scholing in beide is een vereiste. Fragiliteit ('frailty') bij ouderenVeel ouderen lijden verliezen in verschillende domeinen van het functioneren (fysiek, perceptueel, cognitief, sociaal of psychisch). Voorbeelden van zulke verliezen zijn verlies van mobiliteit, verlies van gezichtsvermogen, gewichtsafname, achteruitgang van cognitieve vaardigheden en verlies van mensen in het sociale netwerk. Dit soort verliezen leidt vaak tot een complexe mix van problemen. Een voorbeeld hiervan is het verliezen van zowel de mobiliteit als de partner, met sociale isolatie als gevolg. Een ander voorbeeld is het hebben van een chronische aandoening die leidt tot vermoeidheid en somberheid. Binnen de geriatrische literatuur wordt een dergelijke complexe mix van problemen omschreven met de term 'frailty' (fragiliteit) (Slaets, 1998;Schuurmans, Steverink, Lindenberg, Frieswijk & Slaets, 2004). Oudere mensen die fragiel zijn hebben eigenlijk weinig 'reservecapaciteit' om tegenslagen op zowel lichamelijk als geestelijk gebied op te vangen. Als bijvoorbeeld tijdens de ziekenhuisopname een extra infectie optreedt bij een erg fragiele oudere, kan dit als consequentie hebben dat de oudere niet meer voldoende herstelt om zelfstandig thuis te kunnen functioneren, wat ook gevolgen heeft voor het sociale netwerk, hobby's en uiteindelijk het welbevinden. Ook de casus van mevrouw Jansen laat zien wat zulke fragiliteit in kan houden. Voor haar geldt dat zij voor veel dingen afhankelijk is van haar man. Zou deze (tijdelijk) wegvallen, dan zou zij veel moeilijker zelfstandig kunnen blijven functioneren. Een relatief kleine gebeurtenis kan een 'domino-effect' hebben voor mensen die fragiel zijn. Fragiliteit kan dan ook allerlei negatieve gevolgen hebben, zoals toenemende afhankelijkheid, opname in een ziekenhuis of een verpleeghuis, afname van sociale activiteiten of overlijden. Een belangrijk negatief gevolg is afname van welbevinden. Hoewel de kans op fragiliteit groter wordt naarmate men ouder wordt, is zeker niet iedere oudere fragiel. We kennen allemaal wel voorbeelden van 'jonge' ouderen die al heel fragiel zijn en 'oude' ouderen die nog...
scite is a Brooklyn-based organization that helps researchers better discover and understand research articles through Smart Citations–citations that display the context of the citation and describe whether the article provides supporting or contrasting evidence. scite is used by students and researchers from around the world and is funded in part by the National Science Foundation and the National Institute on Drug Abuse of the National Institutes of Health.
hi@scite.ai
334 Leonard St
Brooklyn, NY 11211
Copyright © 2024 scite LLC. All rights reserved.
Made with 💙 for researchers
Part of the Research Solutions Family.