Contemporary scholarship has critically interrogated categorical distinctions of urban and rural settlement types, shifting attention to processes of urbanisation instead. Yet, in some cases, the urban-rural dichotomy still proves an indispensable category to understand the governance of urbanisation. In this article, we explore this apparent contradiction: why is it that a distinction which is clearly inadequate in capturing the actual reality of urbanisation in post-urban regions still strongly informs the way a variety of actors involved in spatial planning think and act? This question is explored through an in-depth qualitative study of spatial governance in the fragmented post-urban settlement structure of Flanders, Belgium. Central to the study is the spatial governance instrument of demarcating ‘urban areas’, which is based on a strict urban-rural dichotomy in an attempt to counter sprawl. Through its implementation in the agglomerations of Antwerp and Mechelen, we show how this distinction tends to activate and reproduce a morally charged symbolic urban-rural divide. Combined with anti-urban identities and interests the distinction is instrumentalised in strategic actions of politicians and residents to undermine the instrument’s effectiveness. We conclude that arguments about the need for ‘new epistemologies of the urban’ should take the symbolic power of the urban-rural dichotomy seriously, as declaring these categories obsolete does not in itself lead to their disappearance.
Contemporary evaluations of urban growth management (UGM) strategies often take the shape of quantitative measurements of land values and housing prices. In this paper, we argue that it is of key importance that these evaluations also analyse the policy formulation and implementation phases of growth management strategies. It is in these phases that the institutions and discourses are (trans)formed in which UGM strategies are embedded. This will enable us to better understand the conditions for growth management policies’ success or failure. We illustrate this point empirically with the case of demarcating urban areas in the region of Flanders, Belgium. Using the Policy Arrangement Approach, the institutional dynamics and discursive meanings in this growth instrument’s formulation and implementation phase are unravelled. More specifically, we explain how the Flemish strategic spatial planning vision of restraining sprawl was transformed into one of accommodating growth in the demarcation of the Antwerp Metropolitan Area, epitomised by two different meanings of the phrase “safeguarding the future.” In conclusion, we argue that, in Antwerp, the demarcation never solidified into a stable policy arrangement, rendering it largely ineffective. We end by formulating three recommendations to contribute to future attempts at managing urban growth in Flanders.
AGORA is een Nederlands-Vlaams magazine voor sociaalruimtelijke vraagstukken met abonnees en redacteuren aan beide zijden van de grens. In 'de Vergelijking' gaan we expliciet in op de verschillen en overeenkomsten tussen Nederland en Vlaanderen. Deze keer kijken we naar de woonpatronen van Vlaamse en Nederlandse studenten. Bijna de helft van de Nederlandse en Vlaamse studenten verlaat het ouderlijk huis om te gaan studeren. Nederlandse studenten gaan op kamers, Vlamingen zoeken een kot. Een ogenschijnlijk vergelijkbaar fenomeen, maar met subtiele verschillen. Welke vorm heeft de eerste stap naar een zelfstandig huishouden in beide landen? Eerst de cijfers. De studentenmonitoren van Vlaanderen en Nederland geven aan dat 47% van de Nederlandse studenten het ouderlijk huis verlaat; dat is ongeveer gelijk aan de 45% van Vlaanderen. In absolute aantallen is de Nederlandse primaire doelgroep voor studentenhuisvesting 215.000 personen. Op basis van het inschrijvingscijfer van het studiejaar 2012-2013 en de studentenmonitor uit 2009 komen we op circa 97.333 studenten voor Vlaanderen. Uit de Europese cijfers van Eurostudent blijken de Lage Landen middenmoot. In Denemarken woont slechts 4% nog thuis maar op Malta zit 76% nog veilig onder de vleugels bij de ouders. Gezin versus individu De woonsituatie van Nederlandse studenten wordt centraal geregistreerd. De Dienst Uitvoering Onderwijs houdt de inschrijvingen van studenten bij en registreert daarbij ook of studenten uit-of thuiswonend zijn. Dat is relevant omdat de hoogte van de studiebeurs op basis daarvan varieert. Uitwonende studenten ontvangen een hogere tegemoetkoming omdat zij, zo is de gedachtegang, ook meer kosten hebben. Ook in Vlaanderen
De afgelopen vijftien jaar is de aandacht voor de rol van culturele aspecten in vergelijkend planningsonderzoek toegenomen. Denk hierbij aan de wijze waarop planning plaatsvindt in verschillende regio's en hoe dit samenhangt met breed gedeelde waarden in de maatschappij over hoe de ruimte ingericht zou moeten zijn. Deze bijdrage evalueert de staat van dit onderzoek.
scite is a Brooklyn-based organization that helps researchers better discover and understand research articles through Smart Citations–citations that display the context of the citation and describe whether the article provides supporting or contrasting evidence. scite is used by students and researchers from around the world and is funded in part by the National Science Foundation and the National Institute on Drug Abuse of the National Institutes of Health.
hi@scite.ai
10624 S. Eastern Ave., Ste. A-614
Henderson, NV 89052, USA
Copyright © 2024 scite LLC. All rights reserved.
Made with 💙 for researchers
Part of the Research Solutions Family.