Prevention of Late-Life Depression in Primary Care: Do We Know Where to Begin?

Abstract

Objective: This study attempted to compare two models for selective (people at elevated risk) and indicated (those with subsyndromal depressive symptoms) prevention and to determine the optimal strategy for prevention of late-life depression. Method:Onset was assessed at 3 years with the Geriatric Mental State AGECAT in a randomly selected cohort of 1,940 nondepressed and nondemented older people in Amsterdam. Risk factors that can easily be identified in primary care were used. Results:The association of risk factors with depression incidence was expressed in absolute and relative risk estimates, number needed to treat, and populationattributable fractions. Prevention models were identified with classification and regression tree analyses. In the indicated prevention model, subsyndromal symptoms of depression were associated with a risk of almost 40% of developing depression and a number needed to treat of 5.8, accounting for 24.6% of new cases. Adding more risk factors raised the absolute risk to 49.3%, with a lower number needed to treat but also lower attributable fraction values. In the selective prevention model, spousal death showed the highest risk, becoming even higher if the subjects also had a chronic illness. Overall, the attributable fraction values in the indicated model were higher, identifying more people at risk. Conclusions:Consideration of the costs and benefits of both models in the context of the availability of evidence-based preventative interventions indicated that prevention aimed at elderly people with depressive symptoms is preferred. The focus on treatment should be readdressed; a new approach is needed, with a stronger emphasis on prevention.

Houding van huisartsen ten aanzien van preventie van angst en depressie bij ouderen

“…16 De huisarts kan dus een belangrijke rol spelen bij de preventie van angst en depressie. 17,18 Slechts de helft van de volwassenen met een depressieve stoornis wordt echter als zodanig in de huisartspraktijk herkend en behandeld. 19 Het gebruik van screeningsinstrumenten kan de huisarts ondersteunen bij het signaleren van (subklinische symptomen van) angst en depressie.…”

“…11,13,24,25 Bekende risicogroepen voor het ontwikkelen van angst en depressie zijn: ouderen levend in een sociaal isolement, ouderen die functioneel of cognitief beperkt zijn, vrouwen, oudste ouderen, (niet-westerse) immigranten, ouderen met een laag inkomen en recent verweduwden. 3,18,26 Combinaties van dergelijke risico's zorgen voor een sterk verhoogde kans op het ontwikkelen van een angst-of depressieve stoornis. 18 Al hoewel huisartsen een belangrijke rol hebben bij het vroegtijdig opsporen van angst en depressie en het actief aanbieden van preventieve interventies is er weinig bekend over de houding van huisartsen ten aanzien van deze activiteiten.…”

“…3,18,26 Combinaties van dergelijke risico's zorgen voor een sterk verhoogde kans op het ontwikkelen van een angst-of depressieve stoornis. 18 Al hoewel huisartsen een belangrijke rol hebben bij het vroegtijdig opsporen van angst en depressie en het actief aanbieden van preventieve interventies is er weinig bekend over de houding van huisartsen ten aanzien van deze activiteiten. Dit onderzoek heeft als doel inzicht te verschaffen in de ervaren rol van huisartsen bij de preventie van angst en depressie, waarbij met preventie wordt bedoeld: het tijdig signaleren van angst-en depressieve symptomen en het geven van advies over interventie-of behandelmogelijkheden, zonder dat de patiënt zelf met een duidelijke hulpvraag op dit terrein kwam.…”

Preventing major depression in older medical inpatients: innovation or flight of fancy?

“…A range of strategies and frameworks for the development and evaluation of interventions to prevent depression have been described -from assessing needs for prevention through identifying target populations to conducting pilot studies, randomized controlled trials, and implementation studies. There seems to be consensus that selective and indicated interventions are probably the levels at which to begin to develop preventive approaches for depression (Cuijpers, 2003;Schoevers et al, 2006;Smit et al, 2006).…”

The Effects of Integrative Reminiscence on Depressive Symptomatology and Mastery of Older Adults

“…The average score is also above 16 which is recognized as a cut-off score for having clinically relevant depressive symptoms (Beekman et al 2002). The presence of depressive symptoms is the most important risk-factor for developing a major depression (Schoevers et al 2006;Smit et al 2006). …”