“…De voorwaarde van standaardisatie die Reiser en Milne (2014) stellen is bij methodische supervisie (supervisie over het juist toepassen van bepaalde therapeutische procedures en technieken) beter denkbaar en haalbaar dan bij persoonsgerichte supervisie, waarbij de supervisant leert hoe zijn idiosyncratische persoonskenmerken, overtuigingen en vooroordelen, levenservaringen en gedragsreflexen het therapeutisch proces positief en negatief beïnvloeden (Ladany e.a., 2005;Hafkenscheid, in druk;Veeninga & Hafkenscheid, 2010). Persoonsgerichte supervisie overlapt per definitie met supervisie over alliantiemoeilijkheden, waarmee de opleidingstherapeut zich geconfronteerd ziet in specifieke klinische situaties.…”