166 54(3) maar t 2011 H u i s a r t s & W e t e n s c h a p naar de tweede lijn. Deze klinische les beschrijft aan de hand van twee casussen de problemen en valkuilen die zich daarbij voordoen. Meneer De Boer Meneer De Boer, 73 jaar, komt op het spreekuur omdat hij sinds twee weken last heeft van benauwdheid, droge hoest en enige druk op de borst. Deze laatste klacht bestaat al langere tijd, is als angina pectoris geduid en wordt ook door de cardioloog gecontroleerd. De patiënt heeft geen last van orthopneu, maar houdt bij tijd en wijle vocht vast in zijn benen. Bij het lichamelijk onderzoek ziet de huisarts een niet-zieke man zonder koorts, met een bloeddruk van 120/70 mmHg en een regulaire pols. Over de longen is links verminderd ademgeruis hoorbaar, zonder demping bij percussie. Vanwege deze bevinding vraagt de huisarts een thoraxfoto aan. Meneer De Boer komt twee dagen later terug voor de uitslag. De foto toont geen afwijkingen. Gezien zijn voorgeschiedenis lijkt een cardiale oorzaak toch de meest waarschijnlijke verklaring. Omdat de klachten inmiddels wat zijn verbeterd, besluit de huisarts af te wachten. Hij vraagt meneer De Boer contact op te nemen wanneer de klachten verergeren. Na drie weken is het zo ver: de dyspneuklachten zijn toegenomen en nu is ook het linkerbeen pijnlijk en gezwollen. Bij de huisarts rijst het vermoeden dat hier sprake is van veneuze trombo-embolieën en hij stuurt meneer De Boer door naar de internist. Deze treft inderdaad trombo-embolieën aan in kuit en longen. Meneer De Boer wordt klinisch ontstold. Mevrouw Abben Mevrouw Abben, 58 jaar, is in het weekend op de huisartsenpost geweest in verband met heftige pijnklachten van het rechter schouderblad, uitstralend naar de rechter borst. Desgevraagd bleek mevrouw haar spieren fl ink belast te hebben bij een verhuizing. Verder meldde zij milde, wisselende dyspneuklachten. Bij het lichamelijk onderzoek was de bloeddruk 120/90 mmHg en de zuurstofsaturatie 92%. Gezien het verhaal van mevrouw duidde de dienstdoend arts de klachten als myogeen. Vier dagen na het bezoek aan de post bezoekt patiënte de huisarts voor controle. Haar klachten zijn niet verminderd. Bij het lichamelijk onderzoek geeft ze veel pijn aan bij palpatie van de rechter thoraxhelft. Verder hoort de huisarts over de longen normaal ademgeruis. Het verhaal van overbelasting maakt een myogene oorzaak nog steeds het meest waarschijnlijk, maar vanwege de wisselende dyspneu, de lage saturatie die op de post gemeten is én het feit dat mevrouw rookt, overweegt de huisarts tevens COPD. Hij laat de patiënte terugkomen voor een longfunctieonderzoek. Tijdens dit onderzoek blijkt dat de kortademigheid inmiddels is afgenomen, maar dat zij tevens klachten heeft gekregen van een dikke, pijnlijke kuit. Dat zet de huisarts toch op het spoor van longembolieën. Nadat mevrouw Abben is doorgestuurd, stelt de internist een trombosebeen links vast, en op de CT-angio worden bilateraal longembolieën waargenomen. Mevrouw Abben wordt ingesteld op acenocoumarol, en na enige tijd blijken er geen recidie...