Investigating preventive-medicine consultations in first-opinion small-animal practice in the United Kingdom using direct observation

Abstract

Preventive-medicine consultations account for a large proportion of the veterinary caseload and previous research has suggested these consultations are fundamentally different from those in which the animal is presented for a specific health problem. There has been recent controversy around some aspects of preventive medicine for cats and dogs, and the full health benefits of the preventive-medicine consultation remain unclear. The aim of this study was to compare characteristics of the consultation and the problems discussed during the consultation between preventive-medicine consultations and other types of consultations. Data were gathered during direct observation of small-animal consultations in seven first-opinion practices in the United Kingdom. Data collected included type of clinical examination performed, patient signalment, and details of all problems discussed (including whether the problem was presenting or non-presenting, new or pre-existing, who had raised the problem, body system affected and whether an action was taken). A two-level multivariable logistic-regression model was developed, with canine and feline patients at Level 1 nested within consulting veterinary surgeons at Level 2, and a binary outcome variable of preventive-medicine consultation versus specific health-problem consultation. A total of 1807 patients were presented, of which 690 (38.2%) presented for a preventive-medicine consultation. Dogs were the most frequently presented species (n=1168; 64.6%) followed by cats (n=510; 28.2%), rabbits (n=86; 4.8%) and patients of other species (n=43; 2.4%). The five variables remaining in the multi-level model were whether multiple patients were presented, patient age, clinical examination type, weighing and number of problems discussed. Species, breed, sex, neutering status and practice did not remain in the final model. Many non-presenting problems, including both preventive-medicine problems and specific-health problems, were discussed and acted upon during all types of consultations. Dental and behavioural non-presenting problems were discussed more frequently during preventive-medicine consultations compared with specific health-problem consultations. Preventive-medicine consultations represent an opportunity for veterinary surgeons to discuss other aspects of preventive medicine, and to detect and manage new and ongoing health problems. A greater evidence base is needed to understand whether detecting and managing underlying disease during the preventive-medicine consultation has a positive impact on lifelong patient health and welfare.

Accuracy of the electronic patient record in a first opinion veterinary practice

“…First opinion small animal veterinary practices are a valuable source of research data and, different 45 methods have been used to harness this data (Lund, 2015 consultation or a specific health problem consultation (Robinson et al, 2016). Data were gathered on 87 all problems discussed during each consultation, in the order they were discussed.…”

Retrospectief onderzoek naar de activiteiten van de Vlaamse gezelschapsdierenpracticus met het oog op aanpassing van het curriculum diergeneeskunde

“…Deze informatie is onder andere nodig voor het aanpassen van het curriculum in functie van het belang van de verschillende, klinische disciplines en voor het bepalen van welke vaardigheden absoluut moeten verworven worden tijdens de opleiding. In de literatuur zijn slechts acht studies beschikbaar waarin de meest voorkomende consultaties in de gezelschapsdierenpraktijk worden beschreven: zes studies uit het Verenigd Koninkrijk (Evans et al, 1974;Lund et al, 1999;Hill et al, 2006;Robinson et al, 2015a;Robinson et al, 2015b;Robinson et al, 2016a) en twee studies uit de Verenigde Staten van Amerika (O'Neill et al, 2014a;O'Neill et al, 2014b).…”

“…Daarbij werden door de verschillende studenten verschillende termen door elkaar gebruikt voor eenzelfde begrip; bijvoorbeeld het gebruik van de termen 'otitis veroorzaakt door Malassezia pachydermatis', 'otitis externa', 'otitis', 'oorontsteking', 'rode en pijn- lijke oren'. Dit is in tegenstelling tot de verschillende studies in de literatuur, waarin gewerkt werd aan de hand van diagnosen (Lund et al, 1999;O' Neill et al, 2014a,b) enerzijds of aan de hand van klinische klachten en bevindingen op het klinisch onderzoek anderzijds (Hill et al, 2006;Robinson et al, 2014Robinson et al, , 2015aRobinson et al, , 2015bRobinson et al, , 2016a. Het grootste deel van de geanalyseerde klinieken waren groepspraktijken (65%).…”

“…Honden maakten 58% uit van alle aangeboden dieren gevolgd door katten (33%) en andere diersoorten, zoals konijnen en cavia's (9%). Dit komt overeen met de gegevens in de literatuur waarbij de hond voor 63-72% (Evans et al, 1974;Lund et al, 1999;Hill et al, 2006;Robinson et al, 2015a;Robinson et al, 2015b;Robinson et al, 2016a) gerapporteerd wordt als de meest aangeboden diersoort gevolgd door de kat 25-33% (Evans et al, 1974;Lund et al, 1999;Hill et al, 2006;Robinson et al, 2015a;Robinson et al, 2015b;Robinson et al, 2016a). In Vlaanderen heeft ongeveer 24% van de huishoudens een kat en 19% een hond (Van Bogaert, 2013).…”

“…Er werd gevaccineerd tijdens 28% van alle geanalyseerde consultaties, wat meer is dan in de studies van Evans et al (1974) 13% en Robinson et al (2016a) 14,6%. De studie van Evans et al (1974) werd ondertussen meer dan veertig jaar geleden uitgevoerd en mogelijk is het belang van vaccineren over de jaren toegenomen.…”