Homoeopathic Management of Breast Fibroadenoma—An Open Label, Single Arm, Observational Trial

Abstract

Achtergrond Fibroadenoom van de borst is de meest voorkomende kwaal bij vrouwen met een aanzienlijk risico op overlijden. Uit de beschikbare literatuur blijkt dat borsttumoren verdwijnen door homeopathische behandeling. De huidige studie evalueerde de rol van homeopathische behandeling op borstfibroadenoma met behulp van ‘Triple assessment criteria’ (dubbel blind) en onderzoekt of homeopathische geneesmiddelen therapeutisch effect teweeg brengen door het veranderen van de oestrogeen en progesteron receptor (ER/PR) status op tumorweefsel. Materialen en Methoden Een open-label, prospectieve, single-arm, observationele studie werd uitgevoerd bij 64 vrouwelijke patiënten met fibroadenoom van de borst. Er werden drievoudige beoordelingscriteria gebruikt om de doeltreffendheid van de homeopathische behandeling van borstfibroadenomen te onderzoeken. Geïndividualiseerde homeopathische geneesmiddelen werden voorgeschreven. De meetresultaten vertoonden veranderingen in het klinisch beeld en het aantal en de omvang van de knobbels door middel van ultrasoonmammografie. ER/PR studie werd uitgevoerd door immunohistochemie met gebruik van quick score analyse. Resultaten Bij 23 gevallen (35,93%) van fibroadenomen was er na de behandeling geen knobbel meer meetbaar. Gedeeltelijke verbetering werd waargenomen in 22 gevallen (34,37%) met significante vermindering van de gemiddelde grootte (p < 0,001). Ook werd een significante vermindering van het aantal laesies gezien bij fibroadenomen (p < 0,05). Conium maculatum en Phytolacca decandra bleken de meest bruikbare remedies te zijn. De quick score waarde van ER na behandeling toonde significante vermindering (Z ¼ 4.910). Conclusie De studie toont aan dat de therapeutische effecten van toediening van geïndividualiseerde homeopathische geneesmiddelen een belangrijke rol spelen bij de behandeling van fibroadenomen van de borst. De resultaten van ER/PR laten een significante vermindering van ER zien, wat suggereert dat homeopathische geneesmiddelen een remmend effect hebben op ER.