InleidingSomatische problemen staan zelden op zichzelf. Dat geldt zeker bij kinderen. Kinderen die zich aanmelden in de pediatrische praktijk, hebben vaak psychosociale comorbiditeit. Daarnaast spelen psychologische factoren een rol in het beloop van hun aandoening. Schattingen lopen uiteen, maar in het algemeen gaat men ervan uit dat 20% van de kinderen die zich aanmelden bij de kinderarts, psychosociale problemen heeft. 5 Die invloed van psychosociale factoren op diabetescontrole is niet verwonderlijk, omdat diabetes een aandoening bij uitstek is waarvan het beloop multifactorieel wordt bepaald. Het is daarom van belang dat de kinderarts de verschillende dimensies van de kwaliteit van leven van het kind met diabetes goed in de gaten heeft. Het identificeren van met name psychosociale problemen blijkt voor kinderartsen echter vaak lastig. Kinderartsen blijken maar hooguit een kwart van deze kinderen met psychosociale problemen te identificeren. 6,7 In veel gevallen wordt medisch beleid ingezet zonder de onderliggende psychosociale problematiekklachten daarin mee te nemen.8 De Wit en collega's hebben een interventie ontwikkeld die kinderartsen moet ondersteunen in het bespreken van dimensies van kwaliteit van leven. Met deze interventie wordt gepoogd deze kwaliteit van leven gunstig te beïnvloeden, alsmede de controle van de diabetes.Psychologische factoren en het ontstaan van somatische klachten De psychologie is ook van belang wanneer het gaat om somatische klachten die mede door psychosociale factoren kunnen worden verklaard. Eerder Nederlands onderzoek heeft al laten zien dat 60% van de kinderen met onverklaarde pijnklachten psychiatrische comorbiditeit heeft.9 Bij de diagnostiek en behandeling van pijn bij kinderen wordt nadrukkelijk gewezen op het belang van een biopsychosociale aanpak waarin aandacht is voor psychische comorbiditeit en beperkingen in het dagelijks leven.