SamenvattingDe meest voorkomende oorzaak van dementie is de ziekte van Alzheimer. Deze aandoening wordt gekenmerkt door geheugenstoornissen in combinatie met stoornissen in taal (afasie), handelen (apraxie) en/of kennen en herkennen (agnosie). Een ander type is vasculaire dementie, een heterogene groep van aandoeningen die dementie veroorzaakt door kleine of grote infarcten. Een niet onbelangrijk deel van de patiënten met dementie heeft een gemengde vorm van vasculaire en alzheimerdementie. Een derde type, frontotemporale dementie, wordt gekenmerkt door gedragsstoornissen of taalproblemen en slechts in tweede instantie door geheugenstoornissen en executieve disfunctie. Tot slot behoren diffuse lewylichaampjesdementie en parkinsondementie tot één spectrum. Zij worden gekenmerkt door een vertraging van het redeneerproces, hallucinaties en een extrapiramidaal syndroom.
InleidingDe klassieke definitie van dementie is gebaseerd op het bestaan van geheugenstoornissen in combinatie met stoornissen in taal (afasie), handelen (apraxie) en/of kennen en herkennen (agnosie). Deze stoornissen geven aanleiding tot een achteruitgang in sociaal en/of professioneel functioneren. Men dient zich echter te realiseren dat sommige vormen van dementie kunnen aanvangen met gedragsstoornissen of woordvindingsmoeilijkheden, waarbij het geheugen relatief gespaard blijft. De ziekte van Alzheimer is de meest frequente oorzaak van dementie en wordt gekenmerkt door progressieve stoornissen in het kortetermijngeheugen die gepaard gaan met corticale symptomen. 1 De ziekte van Alzheimer wordt daarom gerekend tot de corticale dementieën. Behalve tot geheugenstoornissen leidt de aandoening aanvankelijk tot een verminderd vermogen tot planning en organisatie en over een termijn van jaren tot toenemende afhankelijkheid van derden.Bij vasculaire dementie zijn de aanvangs-BSL -BIJ -3053r2_BIJ 030