SamenvattingAchtergrond: Momenteel is er nauwelijks sprake van arbocuratieve samenwerking tussen de eerstelijns- en bedrijfsgezondheidszorg. Waar eerdere initiatieven tot verbetering vooral gericht waren op de huis- en bedrijfsarts, onderzoeken we in deze bijdrage welke rol praktijkondersteuners van de huisarts (POH-ggz en POH-S) en van de bedrijfsarts (POB) voor zichzelf zien bij multiproblematiek. Tevens exploreren we welke belemmeringen er zijn voor arbocuratieve samenwerking door praktijkondersteuners bij multiproblematiek.Methode: We hebben drie focusgroepgesprekken uitgevoerd met zeven POH’s-ggz, elf POH’s‑S en acht POB’s – 26 praktijkondersteuners in totaal.Resultaten: De praktijkondersteuners in ons onderzoek komen tijdens hun werk in aanraking met multiproblematiek. POH’s en POB’s zien een rol voor zichzelf weggelegd bij het bespreken en het bieden van ondersteuning bij respectievelijk werk- en privégerelateerde klachten. Daarbij erkennen ze, waar nodig, het belang van arbocuratieve samenwerking om goede zorg te leveren. Op dit moment vindt er echter geen directe samenwerking plaats op het niveau van de praktijkondersteuner. Belemmeringen hiervoor blijken de formele regels rond taakdelegatie en rolopvatting van de POB, onbekendheid en vooroordelen bij vooral POH’s wat betreft de bedrijfsgezondheidszorg, en praktische barrières als de AVG-wetgeving en bereikbaarheid.Conclusie: POH’s en POB’s staan open voor arbocuratieve samenwerking, mits een oplossing gevonden wordt voor deze fundamentele en praktische belemmeringen.