In de werksituatie kunnen problemen ontstaan in het professioneel functioneren doordat 'oude' gevoelens en gedachten het gedrag van de beroepsbeoefenaar in het hier en nu beı¨nvloeden. Geı¨ntegreerd functioneren als beroepsbeoefenaar vraagt om integratie op twee onderling verbonden niveaus: het denken, voelen en handelen van de beroepspersoon dient in zijn beroepsmatig handelen op een samenhangende manier betrokken te zijn op het beroep en de concrete situatie waarin hij werkt (Siegers en Haan, 1988, 263). Deze integratie wordt bemoeilijkt als supervisanten blinde vlekken hebben, die ontstaan zijn doordat bepaalde gevoelens en kwaliteiten in het niet-toegestane deel van de supervisant zijn verdwenen. Het begrip niet-toegestaan deel -of schaduw -symboliseert de kant van de persoonlijkheid die niet tot onze beschikking staat (Ford, 1999, 17). Doel van dit artikel is een verkenning van de vraag hoe het begrip schaduw of niet-toegestaan deel 1 een rol kan spelen in supervisie en op welke wijze het een hulpmiddel kan zijn om in supervisie te werken aan integratie. Het is naar mijn mening belangrijk aandacht te besteden aan de schaduw in supervisie, omdat daar gelokaliseerde gevoelens en kwaliteiten het functioneren van de beroepsbeoefenaar negatief kunnen beı¨nvloeden. Werken aan de schaduw in supervisie heeft als doel: (leren) verbeteren van het functioneren als beroepsbeoefenaar in de werksituatie. Voortdurend gericht zijn op het professioneel functioneren voorkomt dat supervisie de grens met psychotherapie overschrijdt.Het begrip schaduw is oorspronkelijk afkomstig van Jung. Het is in zekere mate verwant met het begrip overdracht dat Freud hanteerde. Overdracht is de poging van iemand om een actuele relatie met een andere persoon waar te nemen, te interpreteren, en er naar te handelen onder de sturende invloeden van eerdere sociale ervaringen (Ko¨rner, 2000, 51). De schaduw ontstaat met name in de jeugd. Door gebeurtenissen die indruk maken, verdwijnen gevoelens en kwaliteiten in het niet-toegestane deel. De gebeurtenis wordt 'vergeten' of raakt op de achtergrond. Het niet-toegestane deel uit zich dan, onder meer, in projecties. Ook bij overdracht speelt projectie een belangrijke rol. In het kader van overdracht wordt het gedrag in het hier en nu begrepen als een herhaling van een eerdere sociale ervaring. In het kader van dit artikel wordt het gedrag begrepen als zijnde beı¨nvloed door het niet toegestane deel, hetgeen leidt tot projectie. Als de ander, in dit geval de supervisor, meegaat in de projectie is er sprake van tegenoverdracht (Ko¨rner, 2000, 58).In (2) beschrijf ik enkele kenmerken van de schaduw. Deze houden in dat ieder mens een niet-toegestaan deel heeft, dat de oorsprong hiervan in de socialisatie ligt en dat het niet-toegestane deel altijd actief blijft. Het werken aan integratie wordt belicht in (3). Daartoe is het nodig om het niet-toegestane deel van de supervisant te onderkennen en aandacht te hebben voor de expressie ervan. Een volgende stap kan zijn supervisanten te helpen bij de verheldering...
InleidingIn de Nederlandse literatuur wordt het doel van supervisie omschreven als 'het leren op een relatief zelfstandige manier geı¨ntegreerd te functioneren in een bepaalde beroepsrol' (Siegers en Haan, 1988, 262 e.v.). Het gaat daarbij om integratie op twee niveaus: de integratie op het eerste niveau betreft de samenhang van denken, voelen en handelen; integratie op het tweede niveau betreft de samenhang van persoon, beroep en concrete werksituatie. De uitwerking confronteert je met begrippen als denken, voelen, handelen, leren en integratie. Deze begrippen worden veelal als bekend verondersteld. Dat verwondert me: ze roepen de vraag op wat er eigenlijk mee wordt bedoeld. Daarmee is de geciteerde doelstelling een volzin die meer vragen oproept dan beantwoordt. Voor mij vormde dat een aanzet om erover na te denken, te filosoferen. Daarmee bedoel ik: doordenken van wat je bezig houdt en van wat op je afkomt (Wolbink, 1996, 147 -150). Het gaat om een ter discussie stellen van het schijnbaar vanzelfsprekende, dat waar we in het alledaagse leven niet bij stilstaan. Filosofie vat ik daarbij op als een radicaal en fundamenteel denken, met verwondering als uitgangspunt, als begin en als beginsel. Bij dit doordenken kan het goed zijn om gebruik te maken van denkbeelden van filosofen. De geschiedenis van de filosofie levert ideee¨n, metaforen en denkbeelden die gezien kunnen worden als hulpmiddelen: gereedschap of een bril om verder te komen in je denken. In dit artikel hanteer ik daartoe met name de ideee¨n van de Amerikaanse filosoof en pedagoog John Dewey.
scite is a Brooklyn-based organization that helps researchers better discover and understand research articles through Smart Citations–citations that display the context of the citation and describe whether the article provides supporting or contrasting evidence. scite is used by students and researchers from around the world and is funded in part by the National Science Foundation and the National Institute on Drug Abuse of the National Institutes of Health.
hi@scite.ai
10624 S. Eastern Ave., Ste. A-614
Henderson, NV 89052, USA
Copyright © 2024 scite LLC. All rights reserved.
Made with 💙 for researchers
Part of the Research Solutions Family.